Bijlage K. 8 past nog een woord van dank aan den Heer B. H. Makkink, die zich verdienstelijk maakte in diverse richtingen bij het opzetten en aftakelen der tentoon stelling. De tentoonstelling stond onder voortdurend politietoezicht hetgeen door den Heer Commissaris van Politie met de meeste zorg werd geregeld. 13 Juli om 4 uur werd de tentoonstelling geopend door den Burgemeester Mr. J. Dijckmeester. Daar voor had een aantal genoodigden zich verzameld in de schilderijenzaal, waar, om de feeststemming te verhoogen een bloemstuk prijkte met witte en blauwe linten, gezonden door Zutpheu Vooruit. Uitnoodigings- kaarten waren op ruime schaal rondgezonden; de Commissaris der Koningin zond een bericht van verhindering; de Heer C. L. van Balen, mede oprichter van het Museum en tevens de eerste secre taris zond een telegram met gelukwenschen, betreurend, dat hij niet aanwezig kon zijn. De Wethouders en verscheiden Raadsleden woonden de opening bij en verscheiden afgevaardigden van Musea; het Rijks Museum werd vertegenwoordigd door Mejuffrouw N. Hudig. Eenige oud-Bestuursleden ontbraken niet, evenmin verscheidene inzenders. De Voorzitter der Museum-Commissie, de Heer D. Molenaar schetste de geschiedenis van het Mu seum en sprak over de aanleiding voor de tentoon stelling. Tot dank voor haar bemoeiingen voor het Museum, waarvan zij nu al jaren Secretaresse en Conservatrice is, mocht de bekleedster van deze functies door den Burgemeester van het Gemeentebestuur de zilveren Medaille van Verdienste ontvangen. Het Museum ont ving van den Heer D. J. Bosman, Voorzitter van Bijlage K. 9 Zutphen Vooruit de zilveren medalje dier vereeniging als herinnering aan zijn 25-jarig bestaan. Na de opening werd de tentoonstelling door de aanwezigen bezocht. De westerzaal had voor dit doeleinde groote veran deringen ondergaanalle voorwerpen, die daar ge woonlijk te zien zijn, waren elders ondergebracht en de vitrines waren alleen met zilveren voorwerpen gevuld, die zooveel mogelijk rubrieksgewijs werden tentoongesteld. Ook nu weer bleek hoe goed deze groote lichte zaal zich leent voor exposities en het ontvangen van een groote schare van belangstellenden. Nadere omschrijving van de Zilvertentoonstelling is te vinden in de Zutphensche Courant van 28 Juni, 13 Juli, 14 Juli en 4 Sept. 1928; de geschiedenis van het Museum is beschreven in de Zutphensche Courant van 3 Juli 1928. Van de voornaamste voorwerpen werden fotografiën genomen. De Heer A. O. van Kerkwijk was zoo vriendelijk afdrukken te nemen van de merken en deze in gips af te gieten. Herbenoemd in de Museum-Commissie werden door B. en W. Mr. J. Dijckmeester, door den Raad de Heer D. Molenaar, en door Zutphen Vooruit in de vacature wijlen den Heer S. Nijburg, de Heer G. J. Douwes. De concierge J. Nieuwburg werd voor den tijd van een jaar herbenoemd. Hij vervulde zijn taak met groote plichtsbetrachting, ook tijdens de Zilvertentoon stelling, evenals de hulp concierge H. Lammers. De Commissie van Beheer, D. MOLENAAR, Voorzitter. C. ENGELEN, Secretaresse.

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1928 | | pagina 135