Bijlage B. 2 Mr. J. H. C. M VAN DER Kun, Substituut-Officier van Justitie; J. DE PRIESTER; Voorzitter der Commissie: C Bijl Secretaris: J C. GOLDENBERG. Een rooster, aangevende het jaar van aftreding van de leden en den Secretaris, is als bijlage I aan dit verslag toegevoegd. De bode E. J. Haijtink heeft ook in dit jaar zijne gewone diensten aan de Commissie bewezen. Aan den heer H W. A. Behrens bleef opgedragen het tweemaandelijksch onderzoek van het water der gemeente-waterleiding; andere onderzoekingen hadden dit jaar niet plaats. B. Huishoudelijke Zaken. In het jaar 1927 zijn gehouden zes vergaderingen. Deze hadden plaats ten gemeentehuize op 23 Maart, 2 Mei, 15 Juni, 24 October, 16 November en 21 December. In de vergadering van 2 Mei werd het verslag van de bevindingen en handelingen der Commissie over het jaar 1926 behandeld en vastgesteld. Het werd gedrukt en op de gewone wijze verspreid. Het 32e Congres voor Openbare Gezondheids regeling werd 1 en 2 Juli te Assen gehouden. Het volgende onderwerp kwam in behandeling: Bespreking van het ontwerp drankwet. Praeadvi- seurs de heeren Mr. S. J. van Lier en 1. van der Spek. Verder werd door den heer ir. H. van der Kaa eene voordracht gehouden over Eengezinshuis en Bijlage B. 3 door den heer Dr. P. H. van Eden eene voordracht over Rheumatiekbestrijding. De Commissie was op dit Congres niet vertegen woordigd. De raming van ontvangsten en uitgaven voor het jaar 1927 werd vastgesteld op een totaal bedrag van f 1300.Daarvan kwam voor rekening der gemeente een bedrag van f 900.— (bijlage II) De rekening en verantwoording overliet jaar 1926 werd nagezien en voorloopig vastgesteld in de ver gadering van 23 Maart. Het voordeelig saldo dezer rekening ten bedrage van f 359.70 werd bij den gemeente-ontvanger gestort. Burgemeester en Wethouders gaven bij schrijven van 4 April aan de Commissie kennis, dat deze rekening door hen was nagezien en in orde bevonden. Ook deelden zij bij schrijven van 1 December mede, dat op de begrooting voor 1928 een bedrag van f 900.— als bijdrage voor de Commissie was uitgetrokken. In het jaar 1926 werd voor gemeenterekening uit gegeven een bedrag van f 540.30 (Bijlage III.) Voor het jaar 1928 werd de raming van ontvangsten en uitgaven vastgesteld tot een bedrag van f 1300. en met de daarbij behoorende memorie van toelichting bij het gemeentebestuur ingediend. Aan Gedeputeerde Staten van Gelderland werd een afschrift van deze raming gezonden

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1927 | | pagina 69