Bijlage V. 8 gekomen, dat de melk welke door die fabrieken in consumptie wordt gebracht, afkomstig zal zijn van stallen die aan den keuringsdienst bekend zijn. De van die stallen afkomstige melk wordt aan de fabrieken afzonderlijk gehouden, en is evenals de stallen zelf, zoowel vanwege de fabriek als vanwege den keurings dienst aan een speciaal toezicht onderworpen. Deze regeling werkt bij enkele fabrieken bepaald voor treffelijk en de verbetering in de melkwinning in den korten tijd van samenwerking verkregen, is reeds duidelijk merkbaar. Tegenover deze fabrieken staan er echter ook, waarbij door totaal gemis aan mede werking nog steeds de oude toestanden heerschen en dus nog niets is bereikt. Hier zal de keuringsdienst moeten ingrijpen om de gewenschte verbetering te krijgen, die bestuur en directeur met eenige goede wil zoo gemakkelijk langs anderen weg hadden kunnen bereiken. De resultaten, bij onderzoek van de boven genoemde monsters verkregen, zijn wel veel beter dan die van de aan zuivelfabrieken genomen monsters. In het afgeloopen jaar werden 217 stallen geïnspec teerd. Daarbij bleek, dat de stallen van de veehouders, die aan de fabrieken melk afleveren, in 't algemeen beter ingericht waren, dan die van de veehouders die de melk direct aan den consument verkoopen. Daartegenover moet worden erkend, dat het vee van de laatsten in 't algemeen beter is onderhouden, dan dat van de eersten. Dit is niet te verwonderen, omdat deze z.g. consumptiemelkers direct de schade ondervinden van het afleveren van melk van mindere kwaliteit. Uit de resultaten van deze onderzoekingen zou Bijlage V. 9 haast de indruk verkregen kunnen worden, dat in vele gevallen de veehouders de meening zijn toe gedaan, dat aan de melk voor de fabrieken bestemd geen bijzondere zorg behoeft te worden besteed. Deze onjuiste meening had zeer zeker krachtiger bestreden moeten worden in het belang van de ge- heele zuivelindustrie. Indien de organisaties op zuivel- en landbouwgebied van den aanvang af hieraan meer aandacht hadden besteed en de daarop betrekking hebbende bepalingen in de huishoudelijke reglementen van de coöperatieve zuivelfabrieken beter waren ge handhaafd, dan zou nu de handhaving van het melk- besluit voor deze veehouders minder moeilijkheden opleveren. De boerderijen, die zich toeleggen op den verkoop van rauwe melk in flesschen, bleken niet altijd een product af te leveren, dat voldoet aan de eischen in de Melkcodex vastgelegd. Hiertegen is niets te doen omdat de Kroon nog geen gebruik gemaakt heeft van hare bevoegdheid om ingevolge art. 3 van het Melkbesluit eischen te stellen aan de melk en melk producten, die verkregen zijn door verbeterde melk winning. Gepasteuriseerde melk Van de melk, aangeduid als „gepasteuriseerd", werden 81 monsters onderzocht. De omzet van dit product, de z g. gepasteuriseerde flesschenmelk neemt niet toe. 5 monsters hadden een te laag procentisch vet gehalte der droogrest. In 7 monsters werden meer

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1927 | | pagina 236