Bijlage M 6 gebouwde perceelen. Verdere uitbreiding in deze omgeving is in voorbereiding. Het aantal geplaatste transformatoren vermeerderde met één, n.I. voor de Hoven, terwijl enkele verwis selingen plaats hadden, b.v. van de Noordei haven naar het Hoornwerk en omgekeerd. In eerstgenoemde ruimte werd de daar aanwezige transformator te klein, terwijl op het Hoornwerk de belasting afnam en dus met een kleineren transformator kon volstaan worden. Vermeld dient nog, dat de transformator in de Hoven een spanning levert van 380/220 volt. Deze spanning werd aangehouden in verband met de groote afstanden op dit gebied met een meer plattelands karakter. In het vorige verslag werd reeds gewezen op uit breiding van de transformatoren-capaciteit inde binnen stad. Deze uitbreiding kan niet langer uitgesteld worden en zal vóór den komenden winter haar beslag moeten krijgen. Door het bijplaatsen van een transformator in de Nieuwstad bij de voormalige manége (een knooppunt kwam daar het vorige jaar reeds tot stand) zal in het tekort in de van Tilstraat zijn voorzien. Van de meters geplaatst bij de verbruikers, werd ook dit jaar weder een gedeelte herijkt. Storingen van belang in het plaatselijk net, waar door de stroomlevering geheel of gedeeltelijk werd onderbroken, kwamen niet voor, evenmin als buiten- woon onderhoud. Kabelnet en transformatoren ver- keeren in goeden staat. De hoogste belasting bedroeg in den afgeloopen winter 754 K.W. tegen 684 K.W. in den vorigen winter. Het feit, dat ditmaal voor het eerst het vast recht ook werd toegepast in de drie wintermaanden, Bijlage M. 7 blijkt dus niet van grooten invloed te zijn geweest, zij het dan ook dat niet nauwkeurig kan worden nagegaan hoe groot deze invloed geweest is. Een toeneming met 70 K.W. in een tijd waar steeds grootere eischen gesteld worden aan de verlichting en een niet onbelangrijk nieuw aantal aansluitingen bijgemaakt werden, kan niet abnormaal genoemd worden. Kon tot op heden volstaan worden met het bij plaatsen van transformatoren in het net, om aan de steeds grooter wordende vraag voor stroomlevering te voldoen, de capaciteit die gevraagd wordt is thans van dien aard geworden, dat ernstig onder de oogen moet worden gezien, of niet méér ingrijpende maat regelen getroffen dienen te worden. Hoewel de van het onderstation naar de stad voerende hoogspannings kabel nog wel voldoende is om de gevraagde capaci teit te voeren, dient er toch rekening mede te worden gehouden, dat het niet gewenscht is om in dat opzicht tot het uiterste te gaan, zoodat legging van een tweeden voedingskabel naar de stad noodig wordt; een behoorlijke reserve dient aanwezig te zijn, temeer waar ook zeer belangrijke bedrijven aangesloten zijn. Ook de meetinrichting in het onderstation zal vergroot moeten worden, terwijl, indien meerdere kabels gelegd zullen worden, ook de schakelinrichting dient te worden uitgebreid. Voorts zal overwogen moeten worden of voor enkele grootbedrijven ook speciale maatregelen genomen moeten worden. Bovengenoemde maatregelen zijn zeker gewettigd, gezien de belangrijke plaats die het bedrijf inneemt ten opzichte van handel en industrie. De financiëele gevolgen van deze maatregelen be hoeven niet te worden gevreesd, al zullen die ook,

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1927 | | pagina 179