24 HOOFDSTUK IV. Geldmiddelen. Naar de laatste voorloopig vastgestelde rekening, die over 1926 bedroegen de ontvangsten: Gewoon Kapitaal f 2155653.98 f 1863791.96 en de uitgaven f 2154249.87 f 2341037 94 sloten (bat.) f 1404.11 (nad.) f 477245.98 Op het einde van het jaar was deze rekening nog niet door Gedeputeerde Staten vastgesteld. Volgens de door Gedeputeerde Staten goedgekeurde begrooting voor het jaar 1927 zijn de ontvangsten geraamd op Gewoon Kapitaal f 2041384 80 f 1032152 en de uitgaven f 2041384 80 f 1018042 sloten (bat.) f 14110 Wat betreft de plaatselijke directe belasting naar het inkomen over 1927, wordt verwezen naar het overzicht der gemeentebelastingen, onder bijlage O aan dit verslag toegevoegd. 25 HOOFDSTUK V. Gemeente-eigendommen, Werken en Inrichtingen. Dienst van Gemeentewerken. Mej. A. W. Jansen werd met ingang van 1 Fe bruari definitief tot klerk benoemd. Het technisch- en administratief personeel bestond op 31 December uit: directeur, hoofdopzichter, le opzichter, vier 2e opzichters, opzichter Algemeene Begraafplaats, beambte van de administratie en klerk. Na het overlijden van den timmerman H. Schep pink werd het aantal timmerlieden teruggebracht tot 4. Op 31 December bedroeg het aantal werklieden in vasten dienst 35 (aangesteld volgens het werk liedenreglement) en in tijdelijken dienst 3 (aangesteld volgens Pensioenwet 1922). Aan arbeidsloonen werd in het geheel uitbetaald f 86.020 22 welk bedrag over de verschillende volg nummers der begrooting en de in den loop van het jaar toegestane credieten werd verdeeld als volgt:

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1927 | | pagina 14