33q
Bijlage L.
58
Hoedanigheid van het water.
Het water werd onderzocht op het Centraal Labora
torium voor de Volksgezondheid te Utrecht en door
den Keuringsdienst van Waren alhier.
Bemerkingen werden niet gemaakt.
Bedrijf der inrichting.
Het aantal aansluitingen vermeerderde met 91.
Het aantal overeenkomsten voor waterverbruik
bedroeg op 1 Januari 1926:
voor abonnement 1560, voor water over den meter 1171
vermindering 20, 150
vermeerdering op
31 Dec. 1926 1540, 1321
Op 31 December waren aangesloten 3655 perceelen,
tegen 3516 perceelen op 1 Januari.
Bovendien waren aangesloten ten behoeve van de
gemeente 30 perceelen, 2 fonteinen en 4 pompjes voor
waterverstrekking, terwijl bij haar in gebruik waren
3 opzetstukken voor brandkranen waarop een meter
is aangebracht
Waterverbruik.
Naar de stad werd gepompt 374135 M3. water,
tegen 412247 M3. in het vorige jaar. Het grootste
verbruik viel op 28 Augustus met 1580 M3., het kleinste
op 25 December met 518 M3. Het gemiddelde verbruik
was 1025 M3. tegen 1129 M3. in het vorige jaar.
De nuttige inhoud van het reservoir bedroeg 9 49%
Bijlage L.
59
van het grootste verbruik, 28.95 van het kleinste
en 14.63 van het gemiddelde verbruik.
Van de totale hoeveelheid werd afgeleverd:
aan de gemeente aangewezen door meters 9276 M
particulieren
buitengewone levering
abonnement bij raming
afspuien, brandwater enz.
121323
934
233602
9000
374135 M3.
verdeeld als volgt:
58809 M3. a 20 cent met 50 verhooging.
45515 18
9107
4447
2253
1192
15
12
10
8
Het mindere waterverbruik door particulieren over
den meter moet hoofdzakelijk worden toegeschreven
aan het feit, dat door het O. en N. Gasthuis een eigen
pompinstallatie in gebruik was genomen in 1925, waar
door het waterverbruik van die instelling van 14556 M3.
in 1925 terugliep tot 1624 M3. in 1926.
Over de verschillende maanden was het verbruik als
volgt
29668 M3.
26533
32031
32646
33219
Januari
Februari
Maart
April
Mei
Transporteere 154097 M3.