Bijlage V. 10 melk verhit, die voor 1 op 10 was gemengd met melk van een koe die in erge mate uiertuberculose had en met de melk tuberkel-bacilJen afscheidde. Met deze aldus verhitte melk werden caviae ingespoten, waarvan er enkele aan tuberculose stierven. Deze resultaten wijzen er op, dat dus niet in alle gevallen volkomen zekerheid verkregen is, dat de melk op die wijze verhit, ziektekiem-vrij is. De proeven werden uitgevoerd onder leiding van den Heer Hylkema, zuivelconsulent te Zutphen, terwijl de onderzoekingen verricht werden door den Heer A. H. Veenbaas, Directeur van den Gezondheidsdienst voor het vee in Friesland. De betrokken fabriek heeft, direct na het bekend worden van deze resultaten, haar werkwijze veranderd. Behalve deze onderzoekingen, zijn door dezen dienst het aantal bacteriën en de aanwezigheid van coli- bacteriën in de melk, die aan de z.g. standpasteurisatie was onderworpen, nagegaan. Het is daarbij gebleken, dat de fabriek, die de circulaire had verzonden, met de verbeterde standpasteurisatie wel goede resultaten verkreeg wat het aantal kiemen betreft, dat beneden de 100.000 per c.M.3 bleef; slechts eenmaal werden coli-bacteriën aangetroffen. De oorzaak hiervan kon opgespoord en verbeteringen aangebracht worden. Bij de tweede fabriek werden minder gunstige resul taten verkregen. Het aantal bacteriën van de aldaar volgens de standmethode gepasteuriseerde melk bleek op het oogenblik dat ze aan den consument werd afgeleverd, buitengewoon hoog te kunnen zijn, n.l. meestal boven 100,000 tot 60,000,000 per c.M.3'toe. Meerdere malen werden ook daar coli bacteriën aan- Bijlage V. 11 getroffen. M. i. had in die fabriek de standpasteurisatie niet goed plaats, hoewel, zooals bij nader onderzoek bleek, ook de oorzaak in de kwaliteit van de door de boeren afgeleverde melk zou kunnen worden gezocht, omdat deze zooveel te wenschen overliet. Karnemelk. In totaal werden onderzocht 636 monsters karnemelk, waarvan 214 of 33,6 niet voldeden aan den eisch van 7,3 vetvrije droge stof. Het was wederom voornamelijk de z.g. boerenkarnemelk, die niet aan de gestelde eischen voldeed. Dit jaar werd nog volstaan met de verkoopers van ondeugdelijke karnemelk te waarschuwen en hen zoodanige aanwijzigingen te geven, waardoor het hen mogelijk wordt gemaakt om in 't vervolg deugdelijke waar af te leveren. Mocht het volgend jaar blijken, dat deze maatregel geen voldoende verbetering heeft gebracht, dan zal tot een strenger optreden worden overgegaan. Voor de commissie, ingesteld door den Bond van Coöperatieve Zuivelfabrieken in Gelderland en Overijssel, om na te gaan of de boterbedrijven aan den thans geldenden eisch van 7,3 vetvrije droge stof in de karnemelk in alle jaargetijden zouden kunnen voldoen, werden de onderzoekingen in 1924 aangevangen en in 1925 voortgezet en beëindigd. Hiervoor werden dit jaar van 4 fabrieken, gelegen in verschillende streken van dit gebied, 11 monsters melk, 26 monsters room, 26 monsters zure room en 26 monsters karnemelk onderzocht. De resultaten van dit onderzoek zijn ge-

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1925 | | pagina 253