Bijlage N.
8
hef verslagjaar volgens nieuwe telling 2768 stuks. Hier
van werden 1885 tonnen éénmaal en 859 tonnen twee
maal per week verwisseld. Bovendien werden in
bijzondere gevallen voor groote gezinnen met slechts
één privaatinrichting 23 tonnen uitgezet die driemaal
en één ton die viermaal per week verwisseld werd,
zoodat per week 3676 maal of per jaar 191152 wisse
lingen plaats vinden. Streng wordt er de hand aan
gehouden dat slechts in gezinnen niet 6 of meer
personen een ton van tweemaal wisselen per week
wordt uitgezet; deze laatste bepaling is noodig om te
voorkomen dat op bovenhuizen de tonnen worden
gebezigd tot het daarin storten van huis- of menagewater.
De ontvangsten aan tonnengelden hebben bedragen
f 7309,75. Voor 1924 bedroegen de ontvangsten ruim
f 150,— meer, welke meerdere baten in verband moeten
worden gebracht met het aanleggen van waterclosets
met beerputten.
Voor het ophalen der tonnen werd gedurende zes
werkdagen in drie wijken met twee paarden in elke
wijk gereden. De langzame daling van het aantal der
uitgezette tonnen liet toe, dat door wijziging in de
tonnenwijken, op Maandag, Dinsdag, Donderdag en
Vrijdag een paard voor den zich steeds uitbreidenden
ophaaldienst van ascli en vuilnis beschikbaar kwam.
Aan den tonnenophaaldienst werd gewerkt door de
paarden gedurende 8478 uur, en door de werklieden
gedurende 24146 uur.
Beerputten.
De aanvraag tot het ledigen van beerputten bereikte
Bijlage N.
9
niet het getal van vorige jaren. In hef afgeloopen jaar
werden 149 putten geruimd bij particulieren, en 56
putten bij de cellulaire gevangenis, het Bornhof en in
de militaire gebouwen.
Waar bij de nieuw gebouwde woningcomplexen
steeds hetbeerputtensysteem wordt toegepast, is een lang
zame daling van het aantal uitgezette tonnen merkbaar.
De volgende fabel van het aantal uitgezette tonnen
en der geledigde beerputten geeft hiervan een juist
overzicht
Jaar.
Geplaatste
tonnen.
Geledigde
beerputten.
Toelichting.
1916
3027
127
In 1917 abnormaal
1917
2988
181
hoog tengevolge van
het gratis leeghalen
1918
3027
107
der putten. (Mest-
1919
schaarschte).
2967
153
1920
2942
127
1921
2910
165
1922
2815
164
1923
2839
160
1924
2805
172
1925
2768
149
Aan het ledigen van beerputten werd gewerkt dooi
de werklieden gedurende 929 uur en door de paarden
gedurende 882 uur.