24 In den loop van het jaar werden door de Ver. van Ned. Gemeenten 2 aanvullingen van den code vast gesteld en aan de aangesloten gemeenten toegezonden. Deze aanvullingen waren het gevolg van de ervaring, door de practische toepassing van den code verkregen. De klapperkaartjes voor de plaatselijke ligging en die volgens het alphabeth werden omgewerkt, die der bouwvergunningen er uit gelicht en apart gezet. De dossiers zonder hechting zijn afgeschaft en waar noodig door die met dubbele hechting vervangen. Aan de afdeelingen enz. werden in 1925 1178 dossiers ter raadpleging afgegeven, terwijl het aantal ingekomen brieven 4974 bedroeg en 2782 uitgaande brieven geboekt werden. HOOFDSTUK IV. Geldmiddelen. Naar de laatste voorloopig vastgestelde rekening, die over 1924 bedroegen de ontvangsten Gewoon. Kapitaal. Totaal. f2117954.945 f2266016 07 f4383971.015 en de uitgaven -2112382.295 - 1791397.085-3903779.38 batig slot f 5572.65 f 474618 985f 480191.635 Op het einde van het jaar was deze rekening nog niet door Gedeputeerde Staten vastgesteld. 25 Volgens de door Gedeputeerde Staten goedgekeurde begrooting voor het jaar 1925 zijn de ontvangsten geraamd op Gewoon. Kapitaal. Totaal. f2034611.— f1691121.— f3725732.— en de uitgaven op-2034611.- 1574045.-3608656. Batig slot nihil f 117076.t 117076. Wat betreft de plaatselijke directe belasting naar het inkomen over 1925, wordt verwezen naar het overzicht der gemeentebelastingen, onder bijlage O aan dit verslag toegevoegd. HOOFDSTUK V. Gemeente-eigendommen, Werken en Inrichtingen. Personeel. De plantsoenarbeider F. J. Brinkman herdacht op 1 Mei den dag waarop hij vóór 25 jaren in ge meentedienst trad. Hem werd een gratificatie van f 25.— uitbetaald Op 31 December bedroeg het aantal werklieden in vasten dienst 34 en 2 in tijdelijken dienst. Het technisch- en administratief personeel bestond op 31 December uit: directeur, hoofdopzichter, le opzichter, drie 2e op zichters, opzichter Algemeene Begraafplaats, beambte

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1925 | | pagina 14