Bijlage E. 16 De Commissie van toezicht op liet Lager Onderwijs hield hare vergaderingen bijna geregeld iederen derden Dinsdag der maand des avonds half negen in het gemeentehuis. Zij is als volgt samengesteld Voor de categorie ouders van leerlingen der O. L. school: E. Tielenius Kruijthoff (aftr. 1931) en H. W. N ij h o f (aftr 1928). Voor de categorie ouders van kinderen bij het bij zonder onderwijs H. Koerselman (aftr. 1927) en B. J. T i e d i ti k (aftr. 1923). Voor de categorie onderwijzers bij het O.L.O.D. A. van Ar rag on (aftr. 1929) en A. Meilink (aftr. 1930). Voor de categorie onderwijzers bij het bijzonder lager onderwijs, de heeren: P. Fluitsma (aftr. 1927) en J. A. de Zeeuw (aftr. 1928). Voor de categorie overige meerderjarigenMevr. C. A. Weersma-v. Duin (aftr. 1930) en Dr. C. B ij I (aftr. 1931). De heeren Dr. Tielenius K r u ij t h o f en Dr. C. B ij I werden in Januari wederom door den Raad benoemd. In de samenstelling van het bestuur kwam geen verandering, het is als volgt samengesteld Dr. C. Bijl, voorzitter; B. J. Tied ink, secretaris, A. Meilink, vice-voorzitter en Mevr. Weersma v. D u i n, 2e secretaresse Bijlage F. VERSLAG van den SCHOOLARTS over het jaar 1925. De gezondheidstoestand der schoolbevolking kon over het geheel bevredigend genoemd worden. Bij zondere epidemiën kwamen niet voor, alleen kenmerkte het najaar zich door veelvuldige kinkhoestgevallen, waardoor het enkele malen noodig was, leerlingen, daaraan lijdende, van de school te verwijderen, ook lijders aan besmettelijke huidziekten en ongedierte zijn verschillende malen op mijn advies van de school verwijderd en werden niet toegelaten, alvorens ge nezing was verkregen. Over den toestand der schoolgebouwen is niet veel nieuws te vermelden. De privaten van de R. C. meis jesschool zijn niet in orde, zij zijn alles behalve wel riekend. Ik heb het schoolbestuur hierop opmerkzaam gemaakt, dit heeft toegezegd hiervan werk te maken. In mijn werkwijze is geen verandering gekomen, maandelijks werd elke school bezocht, de nieuwe leerlingen en die uit de hoogste klasse en dikwijls ook uit de op één na hoogste klasse werden onderzocht, wat het herhalingsonderzoek betreft voornamelijk op zintuig afwijkingen en onreinheid op het hoofd. Uit de hierbij gevoegde tabellen blijkt dat het aantal lijders aan slecht gebit nog steeds onrustbarend groot is. Terwijl hiertegen tot nu toe weinig kon worden ge-

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1925 | | pagina 114