sor Bijlage S. 28 Het aantal brandweertelephonen bedraagt 16 en het aantal wekschellen 36 (quick-apparaten). Kleeding. De brandwachts zijn voorzien van geheel complete uitrustingen. De Commandant en de Onder-Commandant zijn ieder in het bezit van een uniformpet en lederen jas de opperbrandmeesters en brandmeesters voor het meerendeel van een uniformpet.. De motordrijvers zijn voorzien van een dienstpet met tnotoijekker en een paar vetlaarzen. De vaste brandwachts moeten in dienst steeds hun uniformpet dragen. Bijlage S. 29 Dienstorders. e Datum. Omschrijving. 1. 1921. 13 Januari. Betreffend alarmeering. 2. 14 Februari. opkomen bij brand. 3. 4. 15 3 Februari. 1922. Maart. Betreffend verbod gebruik v. ster ken drank door de brandwachts. Betreffend opperbevel bij brand of oefening. 5. 14 October. Betreffend al of niet toegang voor oppeerbrandmeesters en brand meesters tot openbare voorstel lingen. 6. 1923. 1 Mei. Brandwachts moeten voordat zij zich begeven naar het gebouw van openb. vermakelijkheid, in den vervolge zich eerst mel den a.d. hoofdpost om gummi handschoenen en isoleertang op te halen en zoo noodig nadere instructie's te ontvangen. O- bJO O

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1924 | | pagina 250