Bijlage S.
26
Burgemeester en Wethouders vastgesteld blijkens hun
schrijven d.d. 9 November 1921 3de afd. B. No. 2503,
en luiden als volgt
Voorschriften voor alarmeering bij brand,
bedoeld in artikel 22 van het Brandweerreglement.
1. Van eiken brand wordt onmiddellijk kennis gegeven
aan
den Hoofdpost der Brandweer T 396
CommandantT 355
Onder-CommandantT 600
Directeur der Gasfabriek en Waterleiding T 135
de PolitieT 160
2. Bij schoorsteenbranden worden gealarmeerd:
de Hoofdpost der BrandweerT 396
de Commandant T 355
de Onder-CommandantJ 600
de Directeur der Gasfabriek en Waterleiding T 135
3. Indien noodig draagt een der onder 1 genoemden
het dienstdoende telephoonpersoneel op tot alar
meering over te gaan van den door hem te bepalen
kring.
Is de betrokken kring gealarmeerd, dan wordt het
overige personeel, voor zoover telephonisch verbonden,
van den brand kennis gegeven onder mededeeling
waar die woedt en welke kring gealarmeerd is.
De Directeur der Gasfabriek laat na ontvangen
Bijlage S.
27
bericht onmiddellijk druk zetten, ten einde de quick-
apparaten in werking te stellen.
Spoedshalve rukt de Politie uit met slangenwagen
7, welke na aankomst daarvan onmiddellijk ter be
schikking wordt gesteld van het Brandweerpersoneel.
De motorspuit rukt steeds, na voldoende bemand
te zijn, uit, ook indien er brand in de Hoven is.
De Commandant of degene, die hem vervangt,
beveelt of meerder materieel dan hetwelk bij alarm
in een kring onmiddellijk uitrukt (zijnde slangenwagen
7, slangenwagen van den betrokken kring en motor
spuit) aangevoerd moet worden, dan wel of het perso
neel der overige onderdeden weder kan inrukken
Quick-apparatcn
Deze zijn aangebracht bij verschillende door den
Brandraad aangewezen leden van het personeel. Zij
worden na opdracht van de daartoe bevoegde personen
in werking gesteld.
Deze apparaten worden bovendien dagelijks bij het
aansteken der straatlantaarns ter controle even in wer
king gesteld. Mocht juist op dat oogenblik alarmeering
noodig zijn dan werken zij tweemaal achtereen.
Op straat is alarmeering waar te nemen
over dag: wanneer alle lantaarns plotseling ontstoken
worden
des nachts na 11 uur: (behoudens Zaterdag- en Zon
dagnacht; dan na 12l/2 uur) wanneer alle lantaarns
plotseling gedoofd worden, voordat de dag begint
aan te breken.