Bijlage B. 10 aangrenzende stal. Bij liet ingesteld onderzoek werd deze klacht ingetrokken, daar door klager zelf eenige verbetering was aangebracht. Naar aanleiding van eene in het vorig jaarverslag genoemde klacht van bewoners der Frankensteeg en Korte Beukerstraat over hinder van rook van eene rookcrij, waarover aan Burgemeester en Wethouders een schrijven werd gericht, ontving de Commissie van dit College bericht, dat bij onder zoek van overwegenden hinder niet was gebleken en ook van omwonenden geen klachten zijn ingekomen, zoodat er na de verhooging van den schoorsteen geen aanleiding bestaat tot het treffen van verdere maatregelen. Eene klacht over vochtigheid in eene woning aan het Oudewand, bleek bij onderzoek van zoo weinig belang, dat de Commissie van meening was, deze ter zijde te kunnen leggen. Van het Bestuur der Wijkverpleging „hermine" ontving de Commissie afschrift van een brief, door hen aan Burge meester en Wethouders gericht, waarin het mededeelde, dat de wijkzusters bij hare bezoeken herhaaldelijk in woningen komen, die met wandluizen zijn besmet, waardoor de uit oefening van hun taak bemoeilijkt en verhinderd wordt, afgezien nog van het gevaar van besmetting. Het voegde hieraan toe, dat het bestuur van meening was, deze mede- deeling aan Burgemeester en Wethouders te moeten doen, ten einde dit euvel, dat een gevaar medebrengt voor de volksgezondheid, krachtdadig te bestrijden. Kort daarna ontving de Commissie afschrift van het antwoord door Burgemeester en Wethouders aan het bestuur der Wijkverpleging „Hermine" gezonden, waarbij het bestuur werd uitgenoodigd, de wijkzusters op te dragen van elk besmet perceel dadelijk opgaaf te doen aan den gemeente lijken ontsmettingsdienst, ten einde tot zuivering te kunnen overgaan. Bijlage B. 11 De Commissie richtte daarop een schrijven tot het bestuur, met verzoek ook haar mcdedeeling te doen, als ongedierte in woningen werd waargenomen, opdat ook zij kon mede werken, dat zoo mogelijk tot zuivering kon worden over gegaan. Zij voegde hieraan toe, dat naar hare meening de wijkzusters met de Commissie zouden kunnen samenwerken, door bewoners van met ongedierte besmette woningen te wijzen op het gevaar, waarmede de Volksgezondheid daar door wordt bedreigd. Tot dusverre werd de medewerking der Commissie niet ingeroepen. De Commissie ontving van den Hoofdinspecteur voor de Volkshuisvesting een schrijven, waarin deze er op wees, dat op het platteland tal van arbeiderswoningen zijn ge bouwd, waarvan de indeeling te wenschen overlaat. Naar zijne meening zouden in vele gevallen zonder verhooging van kosten betere woningen te verkrijgen zijn. Daarom waren voor eenige provinciën een aantal woningplannen ontworpen, zooveel mogelijk aansluitende bij het bestaande woningtype, welke plannen tegen den kostenden prijs voor ieder beschikbaar worden gesteld. Na gehouden bespreking was de Commissie van meening, dat van deze aanbieding geen gebruik behoefde te worden gemaakt. HOOFDSTUK V. Openbare en andere gebouwen en getimmerten, niet vallende onder de Woningwet, voer= en vaartuigen. Hierover valt niets te vermelden. Voor het aantal baden wordt verwezen naar bijlage IV. Op verzoek van het Bestuur der Nederlandsche Vereeniging voor Volks- en Schoolbaden, werden door de Commissie inlichtingen verstrekt, omtrent de hier ter stede bestaande badhuizen en zweminrichtingen met opgave van het aantal kuip- en douchcbaden, enz.

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1923 | | pagina 79