Bijlage B.
8
HOOFDSTUK III.
Toestand van water, bodem en lucht en hetgeen tot
verbetering is verricht.
a. Waterloopen, sloot en, enz.
Hierover zijn geen mededeelingen te doen.
b. Verzameling en afvoer van vuil (mestvaalten, goten, enz.).
Hieromtrent valt niets te vermelden.
c. Verontreiniging van lucht (stank van fabrieken, enz.).
De Commissie ontving eene klacht van bewoners van
woningen in het voormalige Klooster, over den hinder van
rook van eene, zich in de nabijheid in de open lucht be
vindende stookgelegenheid, waarvan de afvoerpijp te kort
was. Zij richtte hierover een schrijven tot Burgemeester en
Wethouders en ontving daarop bericht, dat de pijp tot
voldoende hoogte was opgetrokken.
Bewoners der Halvemaanstraat klaagden bij de Commissie
over stank van een stal in de nabijheid hunner woningen
gelegen. Bij het onderzoek meende de Commissie, dat de
oorzaak daarvan moest gezocht worden in de, in dien stal
aanwezige slachtafval, welke niet tijdig was verwijderd.
Hierover werd tot Burgemeester en Wethouders een schrijven
gericht, die daarop de Commissie mededeelden, dat de eige
naar van den stal was aangezegd zorg te dragen, dat de
slachtafval na elke slachting zoo spoedig mogelijk wordt
gehaald. Sedert zijn geen nieuwe klachten hierover ingekomen.
Ook in dit jaar kwamen weder klachten in over den rook
en den walm, die door de locomotieven der Stoomtram
Zutphen-Emmerik in de stad en op het Stationsplein wor
den verspreid, zoodat in dezen onhygiënischen toestand
nog geen verbetering is gekomen.
Bijlage B.
9
d. Begraafplaatsen.
Hieromtrent zijn geen mededeelingen te doen.
HOOFDSTUK IV.
Volkshuisvesting.
Bewoners van woningen in den Geweldigershoek klaagden
over vochtigheid in hunne woningen. De oorzaak hier
van moest gezocht worden in het niet aangestreken zijn en
verzakken van pannen en vorsten en de onvoldoende sluiting
der zolderraampjes. De Commissie richtte hierover een
schrijven tot den eigenaar en drong op spoedige verbetering
aan. Bij het opmaken van dit verslag was hieraan nog
slechts ten deele gevolg gegeven.
Een bewoner der Houtmarkt klaagde bij de Commissie
over stank van een open goot, die over den zolder zijner
woning liep en waardoor het regenwater van aangrenzende
woningen werd afgevoerd. Bij het onderzoek bleek de
Commissie, dat bewoners van een dezer woningen de goot
gebruikten tot loozing van faecaliën. De eigenaar van dit
perceel die het bovengedeelte had verhuurd, liet het raam
van gaas voorzien, waardoor deze klacht werd opgeheven.
De huurder van een perceel in de Sprongstraat klaagde
bij de Commissie over vochtigheid in zijne woning, welke
veroorzaakt werd door het onvoldoende onderhoud van het
dak en de goten. De Commissie verwees klager naar den
eigenaar van het perceel, die voor het onderhoud had zorg
te dragen.
Een bewoner van een perceel aan het Rijkcnhage, klaagde
over vochtigheid in zijne woning, veroorzaakt door een