Bijlage A.
8
Van de aan de bouwvereeniging „Christelijk
Nationale Werkmansbond en Patrimonium"
alhier voor het bouwplan aan den Buitensingel
bij K.B. van 3 Juni 1921 no. 38 verleende grond- en
bouwvoorschotten is de annuïteit van het bouwvoor-
schot vastgesteld op f 12460.70. De vaststelling van
de annuïteit van het grondvoorschot wacht op de
beslissing omtrent de aanvrage om verhooging van
dat voorschot.
Het aan de woningbouwvereniging „De Goede
Woning" verleende bouwvoorschot ad. f 197732.—
ten behoeve van het bouwplan op het terrein Wen-
si nek is bij beschikking van de Ministers van Arbeid,
Handel en Nijverheid en van Financiën van 3 Augus
tus 1923 no. 6670 M'V 2899, Afd. V verhoogd tot
f 201982.Deze verhooging betrof vier duizend gulden
voor grondverbetering en f 250 voor overdrachtskosten.
Onmiddellijk na de toekenning van dit voorschot is
met het bouwen begonnen. De bouwvakarbeidersstaking,
die van 23 Juli 1923 tot 14 April 1924 heeft geduurd,
heeft groote vertraging in de uitvoering doen ontstaan.
Bij raadsbesluit van 12 Juni 1922 no. 10 werd aan
de bouwvereeniging „Ons Thuis" een grond-en een
bouwvoorschot voorden bouwvan68arbeiderswoningen
en 1 winkelhuis op het terrein W e n s i n c k aan den Weg
naar Laren verleend. Bij beschikking van de Minis
ters van Arbeid, Handel en Nijverheid en van Finan
ciën dd. 3 October 1923 no. 3988 M/V 2995, Afd. V,
is een bouwvoorschot verleend van f192400..Rente
6%- Aflossing in 50 jaar. Dit bouwvoorschot is bij
besluit van voormelde Ministers van 18 December 1923
no. 10533 M/V 2995, Afd. V, verhoogd met f 4800.
en derhalve gebracht op f 197200.Het betrof kosten
Bijlage A.
9
voor grondverbetering ad. f 4550.en f 250.voor
overdrachtkosten.
Evenals ten opzichte van „De Goede Woning"
is in de uitvoering van dit bouwplan stagnatie ontstaan
door de bouwvakarbeidersstaking. Aanbesteding heeft
heeft nog niet plaats gehad.
41. Mededeeling omtrent de toelating, handhaving,
intrekking van de toelating of ontbinding van ver-
eenigingen, vennootschappen of stichtingen.
HOOFDSTUK IX.
Verdere verrichtingen ter uitvoering
van de woningwet.
42. Toepassing van art. 52 der Woningwet.
Omtrent het gestelde in de punten 41 en 42 is niets
te vermelden.
43. Naleving van de voorschriften van de Woningwet
omtrent loodsen, keeten, tenten en andere soortgelijke
inrichtingen.
Aan de Directie der Nederlandsche Spoorwegen is
in 1923 vergunning verleend tot het bouwen van twee
woonketen op het stationsemplacement, in verband
met de woningschaarschte.
HOOFDSTUK X.
Overige verrichtingen tot verbetering der
Volkshuisvesting.
44. Verrichtingen van het gemeentebestuur tot ver-