Bijlage V. 10 deden niet aan de eischen in het Broodbesluit. (Kon. Besluit van 25 April 1922 Staatsbl. No. 221) aan nielk- brood gesteld. In een dezer gevallen bleek de melk- leverancier van den bakker de schuldige. Deze melk- leverancier werd dan ook wegens het afleveren van vervalschte volle melk geverbaliseerd. Van het roggebrood werd bovendien het percentage keukenzoutvrije asch bepaald. Hierbij werden de vol gende resultaten verkregen: Vochtgehalte 44 49.9 39 43.4 Keukenzout 16 2.73 1.37 1.97 Keukenzoutvrij aschgehalte 36 2.71 1.37 1.92 Grondstoffen bakkerijproducten. Van de onder dit hoofd vallende artikelen werden 8 monsters onderzocht. In 't algemeen behoefden geen aanmerkingen gemaakt te worden, behalve op het product „coconitie", hetwelk saccharine bleek te bevat ten. Volgens den fabrikant was deze grondstof uitslui tend bestemd voor bereiding van producten voor lijders aan suikerziekte. Den betrokken bakkers was dit blijk baar niet medegedeeld, zoodat de coconitie regelmatig bij de bereiding van koekjes en gebak werd gebruikt. 45 K.G. werd afgekeurd. Een als kunsthoning ingekomen monster bleek even eens saccharine te bevatten. De partij groot 10 K.G. werd afgekeurd. Bij inspectie van de bakkerijen bleek het den keur meesters, dat deze werkplaatsen, trots het verbod neergelegd in het Broodbesluit, hier en daar nog al eens gebruikt worden als woning, keuken, wasch- Bijlage V. 11 gelegenheid van lijfgoederen, enz. Op deze zeer onhy giënische misbruiken wordt streng gelet. Door de keurmeesters werden ter plaatse, d.i. bij de inspectie van bakkerijen, meelzolders, etc., afge keurd en als gevolg daarvan als veevoeder bestemd of ter plaatse vernietigd: 84.3 K.G. roggebrood, 17 rol beschuit, 1.5 K.G. amandelen, 4.5 K.G. tarwemeel, 297.1 K.G. tarwebloem, 80 K.G. en 18.5 H.L. gemalen rogge, 28 K.G. roggebloem, 1.2 K.G. snippers en 13.5 K.G. gemalen cocos. Winkelcontrole. In het afgeloopen jaar werden door de keurmeesters 3105 winkels, pakhuizen, etc. geinspecteerd. Bovendien werden regelmatig de week- en jaarmarkten door hen bezocht. Ter plaatse werden door de keurmeesters afgekeurd 1186 partijen, die onbruikbaar werden gemaakt als menschelijk voedsel, door ze, voor zoover ze er ge schikt toe waren, te mengen met veevoeder. De keurmeesters moesten nog dikwijls aanmerking maken op den onzindelijken toestand en de onhygiënische inrichting van winkels en vooral ook op de onoordeel kundige wijze van bewaren van de verschillende levensmiddelen. Tabel 1 geeft een overzicht van de ter plaatse afge keurde en opgeruimde partijen, terwijl de met aan geduide partijen naar aanleiding van het onderzoek in het laboratorium zijn afgekeurd en aan den handel onttrokken. In het laboratorium werden onderzocht 3548 mon sters van waren, andere dan melk en brood. Hiervan waren ondeugdelijk 667 of 19%- Naar aanleiding van Aantal roggebrooden Maximum Minimum Gemiddeld

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1923 | | pagina 256