Bijlage Q.
VERSLAG nopens den toestand en de verrich
tingen van het STEDELIJK MUZIEKCORPS,
over het jaar 1923.
Ondanks de omstandigheid, dat in 1923 het Stede
lijk muziekcorps niet, zooals het jaar te voren, te
Amsterdam of Deventer werd geëngageerd, is het
afgeloopen jaar toch een werkzaam jaar voor hetzelve
geweest. Gegeven toch werden in het geheel 16 con
certen een prestatie die tot groote waardeering moet
doen stemmen.
Behalve 7 Volksconcerten op het podium aan den
Louisesingel 2 der Volksconcerten werden op ver
zoek der Jubileum-commissie gegeven tijdens de
Jubileumsfeesten n.l. een matinee in de Buitensocieteit
en een uitvoering van gewijde muziek op den trans der
St. Walburg werden gegeven 3 donateursconcerten
en 4 buitengewone, n.l. één voor den Volksbond, één
op 't „Groot Graffel" en één voor rekening van den
pachter der Buitensocieteit.
Het aantal werkende leden bleef op dezelfde hoogte.
Er kwamen en er gingen. W. Chr. Barendsen, die
in 1922 het corps verliet, keerde daarbij terug. Met
groote verheuging zagen wij de toetreding tot het corps
van de oud-„Crescendo"-leden: W.Jansen en Ph.Steetsel.
Dat dit het breken van het ijs zou zijn, hetwelk de
belofte van meer samenwerking onder de musici der
verschillende corpsen mocht doen koesteren: die belofte