38
acte van verpachting de pacht met f2.15 verminderd,
daar meer dan 'As deel in gebruik was genomen.
Bij onze besluiten van 29 Maart en 13 Juli werden van
het weiland in pacht bij de firma Albers gedeelten
opgezegd voor berging van zand voor de werkver
schaffing in het Coenenspark en voor het maken van
beslagwerk langs de talud van den grond der bouw-
vereeniging „De Woning". Hierdoor werd de pacht der
weide verminderd met f 13.78 voor 1923 en f 13.70
voor de volgende jaren.
Bij onze besluiten van 3 Juli en 10 Augustus werden
van de weilanden, bekend als blok 23, 23a en 24,
gedeelten opgezegd voor de verbreeding der Pollaan
en het maken van de spooraansluiting naar de Spoor-
liaven; de pacht werd naar evenredigheid verminderd.
Bij ons besluit van 9 Augustus werden met het oog op
de onderhandelingen met de S. A. Rudelsheim-stichting,
7 perceelen van het bouwland op de Gasthuiskamp
opgezegd.
Een slenk in de Varkensweide werd na met stort-
vuil van de gemeente-reiniging grootendeels opgevuld
te zijn, met een laag grond overdekt en bezaaid met
gras- en klaverzaad.
Een laag perceel strooisel en riet aan den Warns-
veldschen weg, achter den tuin in huur bij C h r i s t i a a n s(
alsmede een laag gedeelte van dezen tuin, werden
aangevuld met grond van de Batterij. Niet alleen kreeg
het geheel hierdoor een beter aanzien, doch ook is de
productiviteit van het opgehoogde gedeelte veel ver
hoogd. Het geheel werd ingezaaid met haver, gras-
en klaverzaad.
De stortplaats is thans aan de Galliléënkamp, waar
een gracht wordt gedempt; in de Hoven is de stort-
39
plaats aan de Oekensche beekbeide kunnen nog jaren
gebruikt worden.
De populieren in den Bollenhoek, alsmede die in de
Tichelkuilen en Zwartinkhorsten werden gesnoeid; op
den Marsch, den Overmarsch en het Helbergen werden
verscheidene doornenheggen uitgehakt en opnieuw in
gebonden. Dit werk geschiedt meest bij vorst of in
dien door andere omstandigheden tijdelijk geen grond
werk kan worden verricht. Totaal werden in 1923
ingebonden ruim 2100 meter.
Het opgraven van slooten en greppels in de hooi
landen had geregeld plaats; eveneens het opgraven
van slooten in de verpachte weilanden. Het opgraven
der slooten geschiedt met de schop, dat van de grep
pels deels met de schop en waar mogelijk met de
greppelploeg. In totaal werden meer dan 11000 M.
opgegraven. De uitgegraven grond werd naar lage
plekken vervoerd of gedeeltelijk ter plaatse geslecht.
De afrasteringen langs Helbergen, Varkensweide,
Weezenrooi, Kerkhofje en Schietbanen werden goed
onderhouden; op Helbergen en in 't Loensche land
werden over een afstand van 900 M. nieuwe af
rasteringen geplaatst.
Het erve „Den Brink" verkeert in goeden toestand;
in 't afgeloopen jaar is een kleine gierkelder van
eenige cementringen gemaakt, en de groepstal ver
beterd.
Eenige duikers werden vernieuwd en een nieuwe
gelegd tusschen Slag voor 't Hekken en Zwanevlot,
voor een betere ontwatering van laatstgenoemde weide.
De toegangswegen, uit- en overwegen, werden goed
onderhouden en hier en daar met steenpuin en sintels
verhard. Het buitengewoon natte najaar deed vooral
aan de niet verharde weggedeelten veel'nadeel.