Bijlage N. 8 gemeentegebouwen112 rijksgebouwen21 gestichten48 woningen en werkplaatsen2658 De tonnen in gemeentegebouwen worden gratis ver wisseld. Volgens de verordening zou hiervoor t 1680. worden betaald. De wijziging in de bouwverordening, wat betreft de inrichting van privaten, is zoover gevorderd, dat deze in 1924 kan worden vastgesteld. De opbrengst der tonnenverwisseling bedroeg in 1921 f 6814.07, in 1922 f 7558—, in 1923 f 7658.—. Met ingang van 18 Juni werd de tonnenophaaldienst en wijkindeeling zoo ianig gewijzigd, dat thans in de 3 wijken in plaats van met 3 dragers, kan worden vol staan met 2 dragers, waardoor een bezuiniging van 90 werkuren per week werd verkregen. Beerputten. In het afgeloopen jaar werden 160 beerputten met de pneumatische machine geledigd. In de jaren 1913— 1922 bedroeg dit aantal resp. 115, 139, 152, 127, 181, 107, 153, 127, 165 en 164. Verzamelen van asch en vuilnis. Ook deze dienst werd gewijzigd. In plaats van 3X Per week wordt het huisvuil thans 2X per week opgehaald. Waar tot December de vuilnisophaaldienst gedurende de 6 werkdagen geschiedde met 3 wagens en 3 voerlieden en 3 dragers, werd deze nadien gedurende 4 dagen met 4 wagens met 4 voerlieden en 2 dragers verricht. Bijlage N. 9 Dit gaf eene besparing voor de paarden van 12 werk uren per week en voor de werklieden van 72 uren per week. Gedurende het verslagjaar werd uit de stad aange voerd 6186 M3. droogvuil. Straatreiniging. De indeeling van den veegdienst onderging geene verandering. De hiervoor vermelde veegmachine voldoet uitstekend en werkt veel rustiger dan de oude machine. Gedurende 243 werkuren werd van de machine gebruik gemaakt. De hoeveelheid op de mestbergplaats aangevoerd straatvuil bedroeg niet zooveel als in het jaar 1922, omdat gebruik werd gemaakt van de stortplaats naast de school op den Tadamasingel en naast de Algemeene Begraafplaats. In totaal werd aangevoerd met de aschwagens 590 M en met de veegkarretjes 315 M3. droogvuil. Straatbesproeiïng. Voor zoover het materieel zulks toeliet werd in het afgeloopen jaar gesproeid. Hierin zit opgesloten, dat niet werd gesproeid, zooals de Directie zulks gaarne zou doen. Voor Zutphen met haar sedert 1918 plaats gehad hebbende uitbreiding, mag dit sproeien dat ook niet anders genoemd worden als onvoldoende. Slechts de hoofdverkeerswegen konden bij felle hitte éénmaal per dag worden gesproeid, terwijl dit sproeien dan nog slechts op den middag kon plaats hebben. Zal

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1923 | | pagina 200