Bijlage K.
VERSLAG over den toestand van het MUSEUM
in het Wijnhuis te Zutphen over het jaar 1923.
Het vooruitzicht, dat het museum eindelijk heropend
zal worden heeft een zekere bedrijvigheid van den
inwendigen dienst gevorderd, waarbij mejuffrouw v a n
Alp hen, lid der Commissie, en ook enkele belang
stellenden hun behulpzame hand boden, hetgeen
de Commissie zeer waardeert. In Juli werd begonnen
met het nazien, repareeren en schoonmaken der museum-
voorwerpen. Alles om zoo te zeggen moest onder
handen genomen wordenverscheidene wrakke stukken
konden ter plaatse met de daarvoor aangeschafte
reparatie-ingrediënten hersteld worden; enkele voor
werpen moesten door deskundigen worden behandeld.
Veel prenten moesten nieuw omlijst worden. De stoel
van stadhouder Willem IV werd in denzelfden eenigszins
desolaten toestand gelaten, waarin hij reeds vóór den
brand was, evenals het kussen met de stadssleutels.
Aan het einde van het jaar was het verbouwde
museum nagenoeg gereed. De Commissie twijfelt er
niet aan of de voorwerpen zullen beter tot hun recht
komen dan vroeger, nu de localiteiten met de ruimte
op den beganen grond zijn uitgebreid. Ter vervaar
diging van nieuw meubilair en voor het verhuizen en
plaatsen der voorwerpen werd door de Gemeente een
crcdiet van f 2500 verleend, het museum zelf beschikt
nog over een bedrag van ongeveer f 1000 van de
assurantie voor hetzelfde doel. De inrichting zal dus
met beleid en zuinigheid moeten geschieden.