Bijlage B. 22 HOOFDSTUK IX. Drinkwatervoorziening. Het onderzoek van het water der gemeentewater leiding had geregeld om de twee maanden plaats. De uitkomsten van dit onderzoek zijn als bijlage V aan dit verslag toegevoegd en geven geen aanleiding tot opmerkingen. De buitengewone droogte in den aanvang van dit jaar en de droge zomer van 1921 gaven Gedepu teerde Staten van deze Provincie aanleiding, bij een brief van 20 Juni, tot de Commissie de volgende vragen te richten a. In welke plaatsen binnen het gebied uwer Com missie bestaat watergebrek, of wordt zoodanig gebrek verwacht b. In welke plaatsen is het vorig jaar gebrek aan water geweest en welke maatregelen werden toen genomen c. Zijn er ter plaatse of in de omgeving van de plaatsen, waar watergebrek heerscht of verwacht wordt middelen aanwezig, welke zoo noodig door verbetering of uitbreiding, drinkwater of gebruikswater zouden kun nen leveren cl. Welke maatregelen zouden naar uwe meening bij watergebrek genomen kunnen worden, om althans in de hoogst noodige behoeften te voorzien. De Commissie deelde in antwoord hierop aan dit College mede, dat in het gedeelte dezer gemeente, aan Bijlage B. 23 den rechter IJsseloever gelegen, geen gebrek aan water bestaat en er ook geen reden is, dit te verwachten, omdat de gemeentedrinkwaterleiding steeds voldoende in de behoefte voorziet, zooals ook in den drogen zomer van het voorafgaand jaar is gebleken. Dat in het gedeelte van de gemeente, gelegen aan de overzijde der rivier, verleden jaar wel gebrek aan water bestond, maar dat door het plaatsen van eene pomp op een vroeger ten dienste der brandweer geslagen put, daaraan eenigszins was tegemoet gekomen. Het water van dezen put is wel ijzerhoudend, doch bevatte geen schadelijke bestanddeelen en werd voor drinkwater geschikt geoordeeld. Een bewoner van den Weg naar Emmerik klaagde bij de Commissie, dat door het onbruikbaar worden eener pomp, zijne woning van drinkwater verstoken was. De Commissie richtte hierover een schrijven tot Burgemeester en Wethouders en ontving kort daarna van dit College bericht, dat de woning aan de water leiding was aangesloten. Eene opmerking door een der leden der Commissie gemaakt, omtrent de kleur van het water der gemeente waterleiding in een der nieuwe woningen aan den Marschweg, werd ter kennis gebracht van den directeur der waterleiding. De oorzaak kon niet worden aangetoond, maar de klacht bleef tot deze eene woning beperkt en heeft zich niet herhaald.

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1922 | | pagina 87