Bijlage H. 19 leerlingen van school A 3 B. 24 C. 0 D. 5 E. 51 F. 36 de Bijz. Sch. Dav. Evek. sir. 30 R. K. Jongensschool. 6 R. K. Meisjesschool. 0 Bijz. Sell. Oude Wand. Van het niet voorkomen van schoolverzuim aan school I). meent de Commissie een voor de hand liggende verklaring te vinden in de omstandigheid, dat aan een kop-school weinig of geen leerplichtige leer lingen zullen gevonden worden. Deze verklaring geldt evenwel niet voor de Bijz. school a/h Oude Wand. Voor het totaal ontbreken van schoolverzuim aan die school weet de Commissie dan ook geen aanneemlijke verklaring te geven evenmin als van het feit, dat het aantal ongeoorloofde verzuimen aan de verschillende scholen zoo opvallend uit elkaar loopt. Van de 250 opgeroepen ouders verschenen er 150 voor de Commissie, terwijl de overige 100 door een lid der Commissie bezocht werden. Van de 250 rap porten aangaande de redenen en de meer of mindere verschoonbaarheid van het verzuim, door den Secre taris aan den Heer Inspecteur v/li L.O. (volgens art. 19 1 der wet) uitgebracht, adviseerden er 50 tot Bijlage El. verschoonbaar- en 200 tot niet-verschoonbaar-verklaring. De reden van liet schoolverzuim was sorns een zekere nonchalance der ouders, „dat het op een enkel verzuim niet aankwam"; boodschappen doen, of slip pertjes maken kwam ook nog al eens voor. Een enkele keer was liet ook onbekendheid met de Wet. Ofschoon de Commissie nog weinig over de resultaten der Wet kan oordeelen, daar deze immers slechts één jaar in werking is, meent zij toch aanvankelijk een zeer gunstige opinie te moeten uitspreken. Kwam het in de eerste helft van het jaar herhaaldelijk voor, dat in één week 10 of meer één keer zelfs 17 ouders moesten worden opgeroepen, in het laatste deel van het jaar kwam dit niet meer voor, maar was het gewoonlijk 4 a 5 per vergadering. De vergaderingen der Commissie waren steeds door meer dan de helft der leden bezocht. Eén vergadering werd door den Heer Wethouder van Onderwijs bij gewoond, voor welke belangstelling de Commissie haren bijzonderen dank uitspreekt. In de Januari-ver- gadering werd het afgetreden Bestuur herkozen, n.I. tot Voorz. de Heer J. Gi in berg, tot Secr. de Heer G. W. O r in e I, en tot hunne plaatsvervangers resp. de Heer A. K. Klaren en Mevr. M. C. O. Jansen H i I b e r s. De Commissie releveert met dank, dat de toelage aan de Commissie naar billijkheid werd verhoogd, waardoor het mogelijk geworden is een presentie-geld van ongeveer f 1.— per vergadering en per lid uit te keeren. Ook konden de bureau-kosten precies worden bestreden. 2 z4 G. 8 H. 44 I. 3

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1922 | | pagina 154