76 2,62, in Mei 2,59, in Juli 2,59, in October 2,26, in November 2,26 en in December 2,62 M. N.A.P. De hoogste stand in genoemde maanden was 3.57 M. N.A.P. en wet op 13 November. Tengevolge van den lagen waterstand en het zachte weer in het voorjaar, konden de werkzaamheden in de landerijen geregeld worden uitgevoerd; ook op de verpachte bouwlanden kon de bewerking en bezaaiing op tijd plaats vinden. De langdurige droogte in den zomer was echter zeer belemmerend voor den groei der gewassen, deze hadden veel van de droogte te lijden. De opbrengst van zeer vele gewassen bleef dan ook beneden het middelmatige; van de tuinbouw- gewassen voor het meerendeel slecht. De verkoop prijzen waren zeer hoog. Niettegenstaande de droogte was de roggeoogst over t algemeen goed, die der haver niet meer dan middelmatig. Het vee kon op tijd naar de weide worden gebracht. De droogte was echter oorzaak dat er vooral in den nazomer geen voldoende gras in de weiden was, en het vee bijgevoederd moest worden. Tengevolge van den zeer lagen waterstand, had men ook veel moeite om voor voldoend drinkwater te zorgenalle drink plaatsen moesten daardoor tot ongekende diepte wor den uitgegraven. Bemaling van de uiterwaarden behoefde dit jaar niet plaats te hebben. De hooilanden gaven dit jaar over het algemeen niet meer dan een middelniatigen oogst. Naar ver- 77 houding werd het hooigras tegen hooge prijzen pu bliek verkocht, ook de pacht der naweiden was hoog. De opbrengst van het hooigras en van de naweiden bedroeg dit jaar f 50082,tegen f 66682,— in 1920. De verbouwde haver op 2 li.A. gescheurden grond bracht in publieke veiling f 653,op. Het strooisel, rietgewas en nagras bracht f 3423,—op tegen f 3606, in 1920; het bloothooi f 48,50. Het grasgewas langs de wegen, met inbegrip van perceelen gras en hooilanden op de uiterwaarden en tusschen de kribben langs den IJssel tegen het „Hel bergen", werd verpacht voor f 1484,35. De totale opbrengst van hooigras der naweiden, van het strooisel, rietgewas en grasgewas langs de wegen der perceelen op de uiterwaarden en die tusschen de kribben, als mede van bloothooi en van haver bedroeg dit jaar f 55690,35 tegen f 73987,25 in 1920. Oorzaak van de mindere opbrengst was in hoofdzaak de droogte, zeer lage waterstand, en minder haververbouw. Vooral het strooisel bracht zeer weinig op. De koeweiden werden ook dit jaar tegen een vastgesteld tarief uitgegeven. Dit bedroeg op het „Helbergen" f 90,— per schaar, en op de Var kensweide met Batterij en Weezenrooi f 80,per schaar. Zoo werden 43 waarden uitgegeven voor f 90)per schaar of f 3870— en 18 waarden voor f 80,— per schaar of f 1440,— in totaal f 5310, De opbrengst van de gronden voorheen in erfpacht bij Jonkhr. H. A. C o e n e n, bedroeg dit jaar f 1380,35 tegen f 1614,in 1920.

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1921 | | pagina 39