Bijlage R.
2
omzet van dit vleesch was, in verband met de dalende
vleeschprijzen, van weinig beteekenis. Aan den invoer
van dit vleescli werd nog als voorwaarde verbonden,
dat het uitsluitend mag ingevoerd worden uit met
name genoemde vriesinrichtingen in Argentinië en
Uruguay. Driemaal moest proces-verbaal worden op
gemaakt en wel tweemaal wegens overtreding van
art. 18 en eenmaal wegens overtreding van art. 2t5".
Keuringsgebouw.
Het gebouw en de zich daarin bevindende instru
menten verkeeren in goeden staat en vorderden weinig
onderhoud. De instrumenten, benoodigd voor het
melkonderzoek, werden tegen een overeengekomen
prijs afgedragen aan den Directeur der warenkeuring.
Herhaaldelijk deed zich het geval voor, dat ingevoerd
vleesch in het keurlokaal moest gekeurd worden, ter
wijl meerdere in nood geslachte dieren tegelijkertijd,
ter nader onderzoek, aanwezig waren. Zoo gebeurde
het, dat door drie in nood geslachte runderen bijna
het geheele lokaal was ingenomen, terwijl in een uur
tijcis 25 ingevoerde varkens moesten worden nagezien.
Dit is een zeer ongewenschte toestand, daar alle con
tact met deze in nood geslachte dieren moet worden
vermeden. Een bijzondere slachtplaats voor in nood
gedoode dieren is daarom zeer noodzakelijk, waar
trouwens ook van overheidswege bij de uitvoering
der rijkswet op aangedrongen wordt.
Bijlage R.
3
Keuringen
Inspecties van winkels en opslagplaatsen van vleesch
en visch hadden geregeld plaats. De hoeveelheid op
de vischmarkt aangevoerde visch was gering en deze
werd evenals de visch, op de weekmarkten ten verkoop
aangeboden, steeds aan een onderzoek onderworpen.
Volgens voorschrift hadden alle noodslachtingen in
het keurlokaal plaats en werden deze, voorzoover het
microscopisch onderzoek niet voldoende was, bacterio
logisch onderzocht. Bij drie dezer dieren bevatte het
vleesch bacteriën. Het percentage tuberculeus bevonden
dieren was dit jaar hooger dan het vorige. Herhaal
delijk gaf dit aanleiding tot voorwaardelijke goedkeuring
van een geheel dier, of gedeelte daarvan; doch van
de opengestelde gelegenheid om aan een abattoir het
vleesch te laten steriliseeren en zoodoende geschikt te
maken voor consumptie, werd slechts matig gebruik
gemaakt, wegens de hooge kosten daaraan verbonden.
Daardoor moest veel vleesch vernietigd worden, in
plaats van aan de volksvoeding ten goede te komen.
Nu bij de invoering der rijkswet het vleesch van vele
dieren aan ziekten lijdende, zooals mond- en klauwzeer,
vlekziekte e. a. zal moeten worden gesteriliseerd, is
het te wenschen, dat ook deze gemeente in het bezit
van een sterilisator zal komen.
Eenmaal werd herkeuring aangevraagd voor eene
afgekeurde partij rookworst van 150 K.O., waarbij'
door den belanghebbende als herkeurmeester werd
aangewezen de Directeur van het abattoir te Arnhem,
die de afkeuring handhaafde.