SIS Bijlage N. 20 OVERZICHT der UITGAVEN en ONTVANGSTEN van den gemeentelijken reinigingsdienst vanaf het dienstjaar 1910. Bevol Uitgaven. Ontvangsten. Bijdrage cler Gem. king op 31 Dec. Jaar. Totaal. per in Totaal. per in Totaal. per in woner. woner. woner. 1910 18430 f 25505,041 f 1,38 f 16890,64 f 0,91 f 8614.40A f 0,47 1911 18451 - 26098,79.V - 1,41 - 16728,741 - 0,90 - 9370,05 - 0,51 1912 18144 - 27476,41" - 1,51 - 16326,91) - 0,90 - 11149,49A - 0,61 1913 18162 - 28473,99 - 1,57 17620,95.) - 0,97 - 10853.03A - 0,60 1914 18298 - 30251,45) - 1,65 - 18018,99 - 0,98 - 12232,46) - 0,67 1915 18399 - 34018,51 - 1,85 - 23619,04 - 1,28 - 10399,47 - 0,57 1916 18530 - 38858,51 - 2,09 - 31516,03 - 1,70 - 7342,48 - 0,39 1917 18599 - 441 S5,21A 2,37 - 39400.07 A - 2,12 - 4785,14 - 0,25 1918 18659 - 54505,17) - 2,92 - 41153,08 - 2,21 - 13352,09A - 0,71 1919 18686 - 84440,05 - 4,52 - 45386,69 - 2,43 - 39053,36 - 2,09 1920 18912 - 94959,92 - 5,02 - 34176,14) - 1,81 - 60783,77) - 3,21 1921 19254 -10607 3,29 A - 5,51 - 35059,07) - 1,82 - 71023,22 - 3,69 De belangrijke meerdere kosten per inwoner moeten hoofdzakelijk worden gesteld op de hoogere arbeidsloonen. Betaald werd 1917 aan weekloonen f 19077,72a, aan jaarloonen f 4600,—. 1918 - 23321,47), - 5150,-. 1919 - 39454,70*. - 6000,-. 1920 - 58711,55, - 9200,-. 1921 -65056,41), - 10224,—.*) Vermeld dient te worden, dat hieronder is begrepen het salaris van den stalbaas tot een bedrag van f 1700,—, welk salaris vóór 1919 het bedrag der weekloonen drukte. De Reinigingscommissie, D. MOLENAAR, Voorzitter. W. C. VAN DER STAAIJ, Secretaris. Bijlage Na. VERSLAG omtrent den toestand van den GEMEENTELIJKEN ONTSMETTINGSDIENST over 1921. Algemeene beschouwingen. In de organisatie van dezen dienst kwam dit jaar geene verandering. Steeds werd de welwillende mede werking van Heeren geneeskundigen ontvangen. De aangiften van besmettelijke ziektegevallen geschiedt ter voorkoming van tijdverlies meestal telefonisch, direct na het constateeren van het geval, terwijl de wettelijke schriftelijke mededeeling dan binnen den voorgeschreven tijd volgt. Deze spoedaangifte blijft steeds van zeer veel belang, omdat daardoor een snel ingrijpen en handelen mogelijk is. Ook wordt op het politiebureau telkens, wanneer verdacht uitziende personen in de passantenkamer zijn ondergebracht geweest, dit vertrek mechanisch gezuiverd. Vermeld wordt, dat waar in 1917, 1918, 1919, en 1920 werden aangegeven resp. 195, 46, 51 en 7 ge vallen van roodvonk, het afgeloopen jaar ook slechts 7 gevallen werden geconstateerd. Trouwens het jaar 1921 kenmerkte zich door het gering aantal gevallen van bij de Wet erkende besmettelijke ziekten, welk aantal in 1917 tot en met 1921 heeft bedragen 220, 89, 77, 42 en 25, onder welke 25 gevallen ook nog 12 scabiës gevallen voorkomen, voor welke ziekte

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1921 | | pagina 257