Bijlage L. 8 L. I. Oeerlings (Kon. Besl. 5 Dec. 1919, No. 49) f 469,—. 0. Nengerman (Kon. Besl. 18 Oct. 1920, No 42) f 688,-. A. Maatman (Kon. Besl. 12 Juli 1920 No. 24) f 78,—. E. W. Dondertman (Kon. Besl. 24 Aug. 1920 No. 77) f 150,—. 1. D. Borninkhof (Kon. Besl. 24 Aug. 1920 No. 77) f 75,—. M. J. Evers (Kon. Besl. 24 Sept. 1920 No. 35) f 150,-. Bovendien moest aan de Gemeente gerestitueerd worden f 1523,411/2 voor door haar te betalen bijdrage voor pensioen ingevolge art. 40 der Pensioenwet (voor de na 1 Mei 1913 aangestelde ambtenaren), f 3579,68 voor door haar te betalen bijdrage voor pensioen ingevolge art. 25 der Weduwenwet voor gemeenteambtenaren 1913, f 18,80 van door haar te restitueeren premie voor weduwenpensioen te betalen door G. J. Brandenburg, vormende alles te zamen een totaal bedrag van f 11268,64l/2. In verband met de bepalingen van het Werklieden- reglement, werden in den loop van dit jaar uitgekeerd f 970,14 ingevolge art. 33 (uitkeering op feest dagen, niet vallende op Zondagen). - 2437,94l/-> ingevolge art. 34 (uitkeering bij ziekte). - 76,74i/2" 39 verzuim). -3817.51^ 40 verlof). f 7302,34 totaal. Bijlage L. 9 Hieronder is begrepen een bedrag van f 1275, vacantietoelage. Bovendien werd betaald aan gratificatiën bij dienst- jubilea aan G. Dommerhold, geldophaler-meteropnemer f 40,—. W. Altena, timmerman - 25,—. Het totaal aantal ziekteuren der werklieden bedroeg 32951 9 u ir, verdeeld als volgt man 1134 uur f 908,55 804 - 552,15 254 - 180,95 248 - 188,23 225 - 173,25 108 - 77,52 101 - 73,51 82 - 61,50 61 - 31,72 48 - 36,— 45 - 34,65 45 - 25,20 39 - 24,57 37 - 27,75 32 - 16,64 26 - 20,93'/o 4,82 Totaal 17 personen f 2437,94'/o Twee door een ongeval getroffen werklieden stortten de door hen ontvangen uitkeering van de Rijksver- zekeringbank ten bedrage van f 23,53' 2 bij den boek houder van het bedrijf. f yy yy yy f) yy yy V yy yy yy yy yy yy yy 6

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1921 | | pagina 209