Bijlage I.
2
In liet vorig jaarverslag werd meegedeeld dat de
voorbereiding voor den bouw eener vakschool voor
meisjes op het van de gemeente Zutphen in erfpacht
verkregen terrein op het Vischpoortplein met kracht
werd voortgezet; in het laatst van November werd het
werk aanbesteed en kort daarna met den bouw aan
gevangen.
Het gebouw is geplaatst op een onderbouw van
gewapend beton, uitgevoerd door de Koninklijke
Rotterdamsche Betonijzer-Maatschappij voorheen V a 11
Waning Co. te Rotterdam.
Na het gereedkomen van dezen onderbouw konden
de aannemers van den bovenbouw, de heeren H. en
H. J. Z o n s v e I d te Amsterdam niet den bovenbouw
aanvangen.
Tot ons leedwezen moeten wij melding maken van
het overlijden, tijdens den bouw, van den ontwerper
van het gebouw, Ir. J. H. W. Lel i man te Baarn.
Een woord van dankbare hulde zij hier gebracht aan
dezen genialen architect, die ons bestuur op deskundige
en aangename wijze bij de voorbereiding en het ont
werpen van het bouwplan heeft ter zijde gestaan.
Ter zijner nagedachtenis werd in de vestibule een
eenvoudige gedenksteen geplaatst.
De taak van den overledene werd overgenomen en
voortgezet door de heeren Architect O. H. Klein-
h o u t en Ir. A. J. van der Steur.
Het pand Rozenhoflaan, waar het onderwijs in koken
en in huishoudkunde en waschbehandeling werd ge
geven, moest '1 Augustus 1921 worden ontruimd, en
was in den loop der maand September de bouw zoo
Bijlage I.
3
ver gevorderd dat de linker benedenvleugel van de
nieuwe School, waarin de keukens en het huishoud-
lokaal, na de zomervacantie in gebruik genomen
konden worden.
In December werd de school opgeleverd, zoodat
na de Kerstvacantie met alle lessen in de nieuwe
school zal worden aangevangen.
Het huis in de Waterstraat, eigendom zijnde onzer
Vereeniging, ging op 1 Januari 1922 door verkoop
over aan de gemeente Zutphen.
Bij Koninklijk Besluit van 11 Juli 1921 werden de
noodige voorschriften gegeven tot uitvoering van artikel
16 tweede lid van de Nijverheidsonderwijswet, waarbij
de bezoldiging van het personeel definitief geregeld
werd.
Het aantal leerlingen dat de beide inrichtingen van
onderwijs wenscht te bezoeken, neemt steeds toe.
Voor de ambachtsschool moesten 30 leerlingen
worden afgewezen wegens gebrek aan plaats en leer
krachten.
Plannen voor uitbreiding van die school zijn ter
goedkeuring aan de Regeering ingezonden de Raad
van de gemeente Zutphen heeft reeds gunstig beschikt
op ons verzoek om de voor die uitbreiding benoodigde
gelden aan de Vereeniging te leenen.
Wanneer de Ministerieële goedkeering van het uit
breidingsplan tijdig inkomt, is het 't voornemen nog
in 1922 de voorgenomen uitbreiding uit te voeren,
terwijl bij goedkeuring van de begrooting voor 1923
het aantal onderwijskrachten met twee leeraren zal
worden vermeerderd.