Bijlage B.
25
van den Minister, waarbij voor dergelijke woningen eene
verdiepinghoogte van 2,70 M. voorgeschreven wordt, ook
hier op 2,70 M. te brengen. Voor de bovenverdieping
wordt door de genoemde verordening een hoogte van
2,60 M. vereischt, terwijl de vermelde circulaire 2,40 M.
aangeeft. Ook dit cijfer werd in overeenstemming gebracht
met deze ministerieele beschikking.
Burgemeester en Wethouders vroegen het advies der
Commissie, over een ontwerpvoorstel aan den Raad, tot
aanvulling der verordening op de markten. Deze aanvul
ling betrof een voorstel, om gedurende de zomermaanden,
de aanvang der markten te vervroegen. De Commissie
deelde aan Burgemeester en Wethouders mede, dat zij
daartegen geen bezwaar had.
Ook vroegen Burgemeester en Wethouders het advies
der Commissie over een voorstel aan den Raad, tot wijzi
ging der voorwaarden waarop diensten worden verstrekt
door de gemeentereiniging. De Commissie deelde in ant
woord hierop aan Burgemeester en Wethouders mede, dat
zij zich wel met dit voorstel kon vereenigen.
Een ontwerp besluit tot het leggen van een bouwverbod,
op gronden gelegen in het Deventerwegkwartier werd,
voorzien van de vereischte bescheiden, door Burgemeester
en Wethouders aan de Commissie om advies gezonden.
Zij antwoordde aan Burgemeester en Wethouders dat tegen
dit besluit bij haar geen bezwaren bestonden.
Een staat van verordeningen en besluiten der gemeente
Bijlage B.
27
Zutphen, in het belang der Volksgezondheid vastgesteld,
of daarmede in verband staande en nog van kracht op
31 December 1921, is als bijlage VII aan dit verslag toe
gevoegd.
HOOFDSTUK XII.
Onderwerpen niet vallende onder een der vorige
hoofdstukken.
De inspecteur Dr. Bloemendaal, richtte het verzoek tot
de Commissie om opgave van de namen van de practi-
seerende apothekers en apotheekhoudende geneeskundigen
in deze gemeente. Hieraan werd door haar gevolg gegeven.
Wederom ontving de Commissie, evenals in voorafgaande
jaren, eene uitvoerige circulaire van den Minister van
Arbeid, betreffende het leveren van druk- en bindwerk en
wel ditmaal over die levering door werkgevers, niet aan
gesloten aan patroonsorganisaties. De bedoeling dezer
circulaire was, dat deze werkgevers niet van de levering
van druk- en bindwerk zouden worden uitgesloten, indien
de arbeidsvoorwaarden, waaronder de betrokken werk
gever zijne arbeiders laat werken, naar het oordeel van
den Directeur-Oeneraal van den Arbeid, niet ongunstiger
waren dan die welke in de collectieve contracten zijn
belichaamd.
De Nationale Woningraad vroeg aan de Commissie,
onder toezending van eene overgelegde lijst ter invulling,