Bijlage B.
24
Staatscourant van 26 Juli 1920 No. 143) werd bepaald,
dat ter uitvoering van Art. 30 der Warenwet (St. Blad No.
51S van 1919) ook in deze gemeente een keuringsdienst
moet zijn gevestigd en wees verder 2S gemeenten in
Gelderland aan, die tot het gebied van Zutphen behooren.
Deze keuringsdienst van waren werd in den loop van
dit verslagjaar in werking gesteld en voorloopig gevestigd
in eenige lokalen naast het gemeentehuis, terwijl een nieuw
gebouw voor dezen dienst bestemd, aan den Van Heecke-
renlaan wordt gebouwd en vermoedelijk in 1922 in gebruik
zal worden genomen.
De Gezondheidscommissie ziet met belangstelling de
werking van dezen keuringsdienst van waren tegemoet.
Zij betreurt het, dat sedert dezen dienst belast werd met
het onderzoek van melk in deze gemeente, haar de maan-
delijksche uitkomsten van dit onderzoek niet meer ter
inzage worden verstrekt.
De Commissie ontving van Burgemeester en Wethouders
om advies, de teekeningen van het op te ricluen keurings
gebouw hierboven genoemd. De beoordeeling daarvan gaf
aanleiding tot enkele opmerkingen, die door haar aan
Burgemeester en Wethouders werden medegedeeld. Later
is haar gebleken dat met deze opmerkingen rekening is
gehouden en de door de Commissie gewenschte wijzigingen
bij de uitvoering van het werk worden aangebracht.
Van Burgemeester en Wethouders ontving de Commissie
ook in dit jaar maandelijks ter inzage een staat van de
gehouden slachtingen, invoer, sterilisatie, afkeuringen, enz.
door den keuringsdienst van vee, vleesch en viscli in deze
Bijlage B.
25
gemeente. Ook ontving zij gedurende den tijd dat het
onderzoek van melk nog door voormelden keuringsdienst
plaats had, daarover eveneens maandelijks eene opgave ter
inzage.
Bij de bespreking der ontvangen staten van melkonder-
zoek over de maanden Mei en Juni, vestigden enkele leden
der Commissie de aandacht op het lage vetgehalte en de
onvoldoende reinheid der melk, die door de Zutphensche
Melkinrichting onder den naam van gezondheidsmelk wordt
geleverd. Bij de terugzending der maandstaten werd het
over dit onderwerp in de vergadering behandelde, aan
Burgemeester en Wethouders medegedeeld. In antwoord
hierop ontving de Commissie van Burgemeester en Wet
houders afschrift van een brief van den veearts-keurmeester
hierover, waaruit haar o.m. bleek, dat deze, den directeur
der Melkinrichting herhaaldelijk had gewezen op het inder
daad als regel voorkomende lage vetgehalte van de z.g.
gezondheidsmelk.
HOOFDSTUK XI.
Uitvoering en handhaving van wetten en verordeningen.
Burgemeester en Wethouders zonden aan de Commissie
een uittreksel uit het verslag van de handelingen van den
Raad dezer gemeente, inzake verdiepinghoogten van wo
ningen, met rijkssteun gebouwd.
Daaruit bleek dat een besluit was genomen om de ver
diepinghoogten van woningen, welke volgens de hier be
staande verordening op het bouwen en de bewoning
2.80 M. moeten bedragen, in verband met een circulaire