IV
Bijlage B.
14
dal de oorzaak niet in den afvoer op hel gemeenleriool
gelegen was, heeft de eigenaar het gemeenschappelijk riool
schoongemaakt, waardoor de klacht werd opgeheven.
Aan eene klacht van bewoners van eene plaats in de
Groenesteeg, over het onvoldoend aantal privaten, waarvan
in jiet vorig jaarverslag melding is gemaakt, werd door
den eigenaar dier woningen tegemoet gekomen. Het aan
tal privaten werd met vier vermeerderd.
Eene klacht over stank van eene stal gelegen achter
eene woning in de Polsbroek, waarvan de aangrenzende
bewoners hinder zouden ondervinden, werd door de
Commissie onderzocht. Er bestond naar hare meening
geen aanleiding hierop verder in te gaan, daar haar de
klacht ongegrond voorkwam.
Een bewoner van eene woning in de Groenesteeg klaagde
bij de Commissie over ongedierte in zijne woning. De
eigenaar die daarop was gewezen, bleek niet bereid de
woning te laten zuiveren. Daar onmiddellijke zuivering
hoog noodig bleek, deelde de Commissie aan den eigenaar
mede, dat indien deze niet spoedig plaats had, door de
Commissie de zuivering der woning aan Burgemeester en
Wethouders zou worden verzocht, onder verwijzing naar
Art. 68 der verordening op het bouwen en de bewoning
in deze gemeente. De eigenaar heeft deze waarschuwing
niet afgewacht, doch liet de zuivering onmiddellijk uitvoeren.
Bewoners van woningen in de Polsbroek en Groenesteeg
vestigen de aandacht der Commissie op het groot aantal
Bijlage B.
15
ratten dat zich ophield in een lompen- en bottenbergplaats
in de nabijheid hunner woningen gelegen. Ten einde
aan die klacht zoo spoedig mogelijk tegemoet te komen,
werd door den directeur der Gemeentereiniging, in overleg
met de Commissie tot een behandeling met serum over
gegaan. In den eersten tijd daarna, werden geen klachten
meer ontvangen en bleek de toestand verbeterd. Later
werden weer ratten in de omgeving van het pakhuis waar
genomen.
De Commissie is van meening dat de ratten die in deze
bergplaats voedsel vinden, moeielijk zullen kunnen worden
uitgeroeid. Zij heeft nog geen afdoende maatregelen tot
verbetering kunnen aangeven, doch stelt zich voor deze
zaak opnieuw in behandeling te nemen.
Een bewoner der Tadamastraat klaagde over vochtigheid
in zijn woning. Bij het ingesteld onderzoek bleek deze
klacht zeer gegrond. De oorzaak was een lek in een
afvoerbuis in eene aangrenzende woning, die spoedig
daarna werd hersteld. Hoewel de oorzaak van de klacht
is opgeheven, is ook nu de vochtigheid nog niet geheel
verdwenen.
HOOFDSTUK V.
Openbare en andere gebouwen en getimmerten,
niet vallende onder de Woningwet,
voer- en vaartuigen.
Hierover zijn geen niededeelingen te doen.
Voor het aantal baden wordt verwezen naar bijlage V.