88
Gebouwen.
In het Gasthuis, het Ziekenhuis en op het Groot-
Graffel werden de gebouwen onderhouden en de
noodige herstellingen uitgevoerd.
In het laatste gesticht werd een aparte houtwol-
waschgelegenheid aangebouwd bij het bestaande
wasscherijlokaal en werd het geheele gesticht voor
licht en kracht aangesloten bij het provinciale elec-
trische net.
Met de bedoeling een gelegenheid te maken tot
logies van vrouwelijk verplegend personeel, werd aan
gekocht een perceel aan den Stationsweg alhier, welk
huis later werd verkocht aan de Nederlandsche Spoor
wegen, omdat de gelegenheid kwam tot aankoop van
twee huizen, gelegen aan het Stationsplein alhier,
grenzende aan de gestichtsterreinen.
Boerenerven en Landerijen.
De boerenwoningen werden alle in goeden staat
onderhouden en aan de bouw- en weilanden, bosschen
en akkerhout de noodige zorg besteed. De in 1919
ontgonnen Gofferijc onder Voorst is met haver, gras-
en klaverzaad bezaaid en tot weiland aangelegd. Een
aanvang is gemaakt met het ontginnen van de Kleine
Does, eveneens in Voorst gelegen. Een singel aan de
weilanden voor den Ankersmit onder Voorst is beplant
met larixen. Aan den weg achter Vriezekolk onder
Harfsen is een strook grond omgezet en beplant met
eiken heesters en elshout. Aan het achterste heideveld
89
op Hilverdink onder Vorden is een singel woeste
grond omgezet en beplant met eiken heesters en
larixen. Beide zijden van den weg voor het nieuwe
bosch onder Vorden zijn beplant met larixen. Langs
den straatweg aan den Steenkamp te Wichmond zijn
peppels en een nieuwe doornenheg geplant en in de
weide het Weerkampslag onder Steenderen zijn peppels
geplant. Door patiënten en arbeiders is een akkerheg
op Baltink, Lentinkbrake en achter Hulshof onder
Almen omgezet, de grond gelijk gemaakt en voor
bouwland aangelegd. Verder is op het erve Hilverdink
een nieuwe brug gelegd en in de waterleiding bij Kleine
Does onder Voorst een duiker.
Badhuis.
Gedurende 1920 werden 20045 baden genomen,
12885 door mannen en 7160 door vrouwen.
c. Geneeskundige dienst bij armen, verpleegd
in hunne woningen
Deze dienst werd in 1920 waargenomen door de
volgende geneesheeren, E. Tielenius Kruythoff
en Dr. E. J. W. H o I I e m a n. De bezoldiging be
droeg f 800,—f 1000,— per jaar.
Bovendien zijn er nog twee gemeente-geneesheeren
met een adjunct- voor den heel- en verloskundigen
dienst, waarvan de een belast is met dien dienst in de
stad en de andere met den adjunct met dien in het
ziekenhuis. Gemeente-artsen belast met den heel- en