78
leden schade tengevolge van den hoogen waterstand
weder in goeden toestand verkeeren.
Dijken en Waterkeeringen.
De dijken en waterkeeringen verkeeren over 't alge
meen in goeden toestand.
Tengevolge van den buitengewonen hoogen water
stand in de maand Januari, had de Vliegendijk het
zwaar te verantwoorden. Aan de oostzijde van den
dijk waren op verschillende plaatsen de taluds be
schadigd en gedeeltelijk weggeslagen. Toen het water
gezakt was, werd terstond met de herstelling begonnen.
De uitgeslagen taluds werden met grond aangevuld,
en daarna van rijsbeslag met puinbedekking voorzien;
later werd daarover een laag vette grond gebracht,
en werden zij gedeeltelijk met graszoden bekleed, en
met graszaadingezaaid.
Ook de zomerdijk over den Marsch, langs de Pol
weiden en Beugelwaard was op enkele plaatsen be
schadigd en waren de taluds uitgespoeld.
De beschadigde gedeelten werden opnieuw met
kleigrond aangevuld, en met graszoden afgedekt en
vastgeklopt. Verder werden nog denoodige herstellingen
en verbeteringen aangebracht aan de zomerkaden langs
de Rijswaard, op het „Helbergen", langs het lijnpad
en langs de Berkel.
De onderhoudskosten hebben in totaal f 1081,00^2
bedragen.
79
Algemeene Begraafplaats.
Het plantsoen op de begraafplaats werd naar be-
hooren onderhouden.
Van de gelegenheid tot het bij de gemeente in
voortdurend onderhoud geven van graven, werd als
volgt gebruik gemaakt
Bij besluit van Burgemeester en Wethouders van
19 Mei 1920 werd het graf No. 448 le klasse in
onderhoud genomen voor f 4,per jaar.
Bij besluit van Burgemeester en Wethouders d.d.
15 Juni 1920, werd het graf No. 127 2e klasse in
onderhoud genomen voor f 2,50 per jaar.
Brandwezen.
Nog kan vermeld worden, dat ten dienste van de
Brandweer bij besluit van Burgemeester en Wethouders
d.d. 2 December 1920 twee nortonputten in de Hoven
zijn aangebracht, één in de Oekensche beek en één
in de beek tegenover het perceel Weg n. Voorst 108.
Verder wordt vet wezen naar het verslag van de
Brandweer dat als bijlage S hierachter is gevoegd.
Werkliedenreglement.
Bij raadsbesluit d d. 6 September 1920 werd art. 42
van bovengenoemd reglement gewijzigd en als volgt
vastgesteld
„De werklieden mogen zonder vergunning van de
hoofden der betrokken diensten geen loonarbeid voor