Bijlage S
34
Instructie voor de brandwachts bij publieke
vermakelijkheden.
Uitrusting.
De brandwachts moeten steeds in volle uitrusting
de voorstelling bijwonen, terwijl zij te zorgen hebben,
dat hun kleeding, ledergoed en schoeisel er keurig
uitziet.
Bluschtoestellen en nooduitgangen.
Vóór het begin der voorstelling hebben zij zich te
overtuigen, dat:
a. hunne bluschtoestellen in orde zijn
b. alle nooduitgangen gemakkelijk zijn te openen en
geen dezer op eenigerlei wijze zijn versperd
c. boven eiken nooduitgang zich bevindt een helder
brandende lantaarn en zoo mede met duidelijke
letters is aangebracht het woord: „Nooduitgang".
Rooken.
Indien in de zaal is aangegeven, dat niet gerookt
mag worden, hebben zij toe te zien, dat dit verbod
gehandhaafd wordt.
Tevens hebben zij er voor te waken, dat op het
tooneel, achter de coulissen en in de kleedkamers
nimmer wordt gerookt, behoudens het geval, dat de
uitvoering van een stuk het rooken op het tooneel
met zich brengt.
Bijlage S.
35
Staanplaats.
Gedurende de voorstelling bevindt zich steeds een
brandwacht achter de coulissen op het tooneel, terwijl,
ingeval er twee wachts zijn, de andere zich op de
gaanderij bevindt (in de Buitensocieteit direct nabij
het tooneel).
Wanneer twee brandwachts te gelijk dienst doen,
bevindt de oudste in jaren zich vóór de pauze achter
de coulissen en na de pauze op de gaanderij.
In de pauze mogen de brandwachts zich vrij be
wegen in de vestibule of wandelgangen, doch zij
moeten wel toezicht houden bij verandering van het
tooneel.
Brand.
Ingeval van brand op het tooneel moet kalm en
bezadigd worden opgetreden; zoo mogelijk moet het
scherm zakken en posteert zich één brandwacht daar
voor, om het publiek gerust te stellen en op kalm
verwijderen uit de zaal aan te dringen.
Daarna gaat hij onmiddellijk over tot het verleenen
van hulp aan zijn collega.
Gedrag van den brandwacht.
het is den brandwachts ten strengste verboden
te rooken, bier of sterken drank te gebruiken fooien
of giften, in welken vorm ook, aan te nemen.
Bij dienstorder d.d. 15 Februari 1921 No. 3, is den
brandwachts medegedeeld, dat het hen bovendien ten
strengste verboden is, gekleed in uniform café's of derge
lijke inrichtingen te bezoeken.