&oV Bijlage S. 32 volledige uitrusting voorzien, omdat in de meeste ge vallen een brand inwendig bestreden moet worden, hetgeen, zonder behoorlijk uitgerust te zijn, van hen niet geeischt mag worden. Oefeningen. Deze hebben als volgt plaats gehad Gewone oefeningen: 4—5 Maart 7 Mei 7, 8 en 9 Juni 22 September 13 November 15 met personeel motorspuit en niech. ladder. alle pijpmeesters. het geheele personeel van de 8 slangen wagens en den vasten aanjager aan den Larenschen weg. het personeel van spuit 4 aan den Kanonsdijk en den lossen aanjager aldaar, als voren. personeel motorspuit en mech. ladder. Klimoefeningen 14 September met de pijpmeesters van motorspuit en mechanische ladder. 23 September met pijpmeesters slangenwagens 1, 2, 3, 7 en 8. 22 October pijpmeesters slangenwagens 4, 5 en 6 en motorspuit. De gewone oefeningen hadden plaats op het terrein der gasfabriek, op dat vóór den Hoofdpost en in de Hoven, terwijl de klimoefeningen in de Boterbal gehouden werden. Bijlage S. 33 Branden. Er hebben in 1920 32 branden plaats gehad, te weten 28 schoorsteenbranden, 1 binnenbrand, 2 uitslaande branden, 1 buitengewone brand. De binnenbrand kwam voor op 14 Maart in de pettenfabriek der firma Krukziener, Raadhuissteeg. De twee uitslaande branden hadden plaats: 27 Januari winkelhuis Lange Hofstraat en Wijnhuis toren met Museum. 11 December houten loods op het opgespoten terrein in het Coenenspark. De buitengewone brand betrof dien op 22/23 November in 3 zaadmijten, staande op bouwgrond aan den Buitensingel. De uitgaven naar aanleiding van de in 1920 plaats gehad hebbende branden hebben bedragen f 960,89. De Brandraad, Zutphen, A. WILBRENNINCK, Voorzitter, den 31 Maart 1921. VAN SANTEN, Secretaris. (Zie instructie voor de brandwachts hierna.)

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1920 | | pagina 302