SOQ
Bijlage S.
26
aanwezig is, wordt nog gebruik gemaakt van pijpwellen.
De pijpwel van den vasten aanjager aan den Kanons-
dijk tegenover den Politiepost, werd vervangen door
een welput, welke gemaakt is op den hoek van
Akkerstraat, Baankstraat en Kanonsdijk.
Deze put, een gepulste pijpwel, bestaat uit een
houten bronpijp, lang 40 M., met een filter.
Hierin hangt een 3i' pompbuis, waarop een opzetstuk
geplaatst kan worden, dat in verbinding is te stellen
zoowel met de motorspuit als met de andere
spuiten.
Bij eene gehouden beproeving is gebleken, dat de
pijpwellen in de Achterhoven, Baankstraat en Kruis
straat voldoende water gavendie op den Weg
naar Voorst bij de Bewaarschool gaf daarentegen
weinig en die in de Akkerstraat in het geheel geen
water.
Verbetering daarvan is dringend noodzakelijk.
Blijkens schrijven d.d. 30 December 1920 van
Burgemeester en Wethouders is de zorg voor het
gangbaar en bij sneeuw zichtbaar blijven van de brand-
kraandeksels opgedragen aan Gemeente-werken, en
het onderhoud der kranen zeiven aan de Water
leiding. Dat college heeft aan Gemeentewerken tevens
opgedragen om bij sneeuwval ruw zout op de brand-
kraandeksels te strooien.
De zachte winterperioden in het verslagjaar vereischten
geene bijzondere maatregelen.
In den loop van het jaar werden 3 nieuwe kranen
bijgeplaatst, t.w.1 aan den Marschweg bij de Spaar
bankwoningen en 2 in den nieuwen weg op het terrein
Bijlage S.
27
van het voormalige Coenenspark. (Coenensparkstraat).
Einde 1920 waren in de gemeentewegen in totaal
aanwezig 140 brandkranen, op ouderlingen afstand van
100M. Zij zijn alle ondergronds. Bovendien zijn nog
aanwezig 4 brandkranen aan de Gasfabriek, 2 aan het
Gasthuis, 1 aan de Waliënkazerne, 1 aan de Ijzen-
doornkazerne en 1 aan de Latijnsche School.
Vaste aanjagers.
Van de drie vaste aanjagers zijn in 1920 opgeruimd
de aanjager aan den Boompjeswal en die aan den
Kanonsdijk.
De aanjager aan den Weg naar Laren is voorloopig
behouden gebleven.
Alarmeering.
Bij de op 22/23 Nov. 1920 plaatsgehad hebbenden
brand in eenige hooibergen a/d Buitensingel bleek,
dat, niettegenstaande alleen de motorspuit gealarmeerd
was, het gerucht van brand zich zoo spoedig ver
spreidde, dat vrijwel het geheele personeel met al het
materieel naar de plaats des onheils opkwam. Hoewel
zulks zeer te prijzen valt, zou dit op den duur de
kosten van branden te veel verzwaren.
Om dit nu te voorkomen hebben wij het deel der
gemeente ten oosten van den IJssel in 7 kringen ver
deeld en deze genummerd overeenkomstig het nummer
van den daarin gestationneerden slangenwagen. In geval
van brand wordt nu opgeroepen de motorspuit, de