50
Verslag omtrent uitgevoerde grondwerken op de
blokken 1, 52 en 53 der Marscliweiden en op
de 4e kloot der Elshorsten.
Ingevolge besluit van Burgemeester en Wethouders
van 19 Juli 1919, no. 2929, Afd. Algemeene Zaken
werd bij wijze van werkverschaffing reeds het vorige
jaar een begin gemaakt met het verbeteren van blok 1
op den Marsch. lil dit jaar werd dit werk voortgezet
op de blokken 52 en 53. De werkzaamheden bestonden
in het afgraven van een hoog gedeelte en ophoogen
van een laag gedeelte gras- en strooiselland.
Tengevolge van den hoogen waterstand in Januari
moest het werk worden gestaakt.
Gemeld werk werd bij inschrijving aanbesteed en
gegund aan J. W. Wagen voort voor f 5700,—,
die met 11 andere grondwerkers het werk uitvoerde'
In totaal moest ruim 13000 M3. grond verwerkt worden.
Het vorige jaar was hiervan reeds verwerkt 1700 M3.,
waarvoor ruim 45</4 ct. per M3. te verwerken grond
werd uitbetaald, of f 765,— in totaal.
Het gedeeltelijk opputten en egaliseeren van den
grond was niet onder de aannemingsom begrepen.
Dit^ werd uitgevoerd door vaste werklieden, waarvan
er één tevens toezicht hield op het aangenomen werk,
hetgeen volgens aanwijzing en bestek moest worden
uitgevoerd.
Den 18en Februari werd opnieuw met de werkzaam
heden begonnen. Het werkplan was echter eenigszins
gewijzigd, aangezien het voor een goed geheel ge-
wenscht bleek, de lage slenken, gelegen ten westen
51
van de hooge af te graven gronden, op te hoogen.
Met den aannemer werd nader overeengekomen, om
den grond tegen 45 ct. per M3. te verwerken en te
vervoeren. Tengevolge van den stijgenden loonstandaard
werd enkele weken 10 ct. per M3. meer betaald.
Den 27en April werd het werk gestaakt, om het
gedeelte, dat afgegraven en opgehoogd was, verder te
kunnen afwerken, bemesten en bezaaien met haver,
gras en klaverzaden. Er was toen verwerkt en vervoerd
rfc 4600 M3 grond, waarvoor in het geheel werd
uitbetaald f 2233,20. Aan arbeidsloonen voor het op-
putten, ploegen, eggen, inzaaien, walsen en plaatsen
van afrasteringen langs de perceelen van het zooge
naamde roode dorp is uitbetaald, met inbegrip van
aankoop van kunstmest en zaaizaden, f 2105,80. In
totaal bedroegen de kosten f 4339,—. Er was toen
een oppervlakte van ruim 2.80 H. A. verbeterd. De
opbrengst van de verkochte haver bedroeg f 744,
Stelt men de pacht van den grond voor de verbetering
op f 100,per H.A. f 280,onderhoud en af
schrijving van het draagbaar spoor op f 70,te
samen f 350,—, dan is het eerste jaar nog een winst
gemaakt van f 394,—, gelijkstaande met 8 van
de verwerkte gelden.
Den 17en November werd andermaal het werk voort
gezet tot 18 Januari 1921 de door den Raad toege
stane gelden dienst 1920 waren toen verwerkt. Aan
gezien de Raad voor den dienst 1921 geen gelden
beschikbaar had gesteld, om genoemde grondwerken
verder te kunnen voortzetten en af te werken, moest
het werk worden gestaakt en bleef een groot deel