H v TT'"*, 'r 7k°CMe b«'. -dvan" Bijlage N. 6 Ten einde in verband met den verkorten arbeidsdag e ku„„e„ bi,,ven voldoen aan eene geregelde put. 'gmg, zonder dat daardoor storing werd gebracht eg e te Amersfoort een nieuwe motor met 3' 7 VierWielig onderstel aangekocht, om gelijktijdig ,n de stad en op de mestbergplaats te kunnen aard 'dat 'T "k °Ude madline is van dien aard, dat op de betrouwbaarheid niet meer valt te rekenen en b,j groote lengte of hoogteafmetingen, door slijtage der verschillende machinedeelen, de zuigkracht meermalen onvoldoende bleek. Deze motor met pomp ij t intusschen op de opslagplaats, waar machine en bewijzen!''0* 33,1 beerpUt staan' goede diensten Het materieel bestaat thans uit 5 vierwielige vuilniswagens, 7 ijzeren tonnenwagens, 1 veegmachine, 3 vierwielige modderwagens, 2 sproeiwagens, 2 stortkarren, 1 lange wagen, 6 vierwielige beertenders van 1500 L. inhoud, 1 1000 2 moforluchfpompen, 3 pneumatische tenders, 1 wagen tot vervoer der zuigslangen, 5 ijzeren handveegkarren, 7 groote en kleine kruiwagens, 1 sproeikarretje voor grasdooden, Bijlage N. 7 1 slagerstonnenwagen, 1 houten en 1 ijzeren sneeuwploeg. Bespanningen. Voor het op 28 November 1919 gestorven paard „Kobus" werd Maart 1920 een paard aangekocht van den heer Morees te Apeldoorn voor f 800,—. In verband met den koopprijs, die laag mag genoemd worden, kan worden gemeld, dat dit paard, vijfjarige merrie, zich flink heeft ontwikkeld. Het paardental bedraagt 10 stuks. De in 1919 genomen proef met het weiden heeft ook over 1920 goed voldaan. Niet alleen, dat dit ge deeltelijk terugkomen tot den natuurstaat voor de paarden heilzaam werkt, ook zijn de kosten van onder houd voor de paarden minder. Jammer is het, dat 2 paarden door hun gedurige onrust niet in de weide kunnen worden gelaten en dus ook des zomers moeten worden gestald. Het is een van deze paarden, dat dus aangewezen zal worden, gedurende het weideseizoen, aan den Hoofdpost der Brandweer aan den Paarden- wal te worden gestald. Den overigen tijd van het jaar wordt hier het lichtste paard gestald, dat meer gebezigd wordt voor den ontsmettingsdienst en voor het werk voor particulieren. Gedurende het jaar 1920 moest wegens ziekte ge durende 27 dagen een paard buiten dienst worden gesteld, waarvan 4 dagen wegens koorts, 17 dagen wegens kreupelheid en 4 dagen wegens koliek.

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1920 | | pagina 244