34
In verband met den verkoop van grond aan den
Coehoornsinge! werd een gedeelte van het aan R.
Wigman verpachte terrein opgezegd, en de pacht
som verminderd tot f 36,— per jaar.
Bij besluit van Burgemeester en Wethouders d.d.
29 Juni 1920 werd aan Mej. J. H i s s i n k een schade
loosstelling toegekend van f 340,voor het afstand
doen van de loopende pacht van het perceel No. 33
van den Gasthuiskamp.
Bij raadsbesluit d.d. 6 September 1920 werd aan
G. A. K. D i e p e r i n k weder voor den tijd van tien
jaren verhuurd een stukje tuingrond a/d Graaf-Ottosingel,
voor een pachtsom van f 3,60 per jaar.
Bij raadsbesluit van 6 September 1920 werd aan
het Oude en Nieuwe Gasthuis voor den tijd van
twaalf jaren een stukje grond verhuurd, gelegen
tusschen het terrein van het Gasthuis en den Staats
spoorweg bij het Achterom, ter grootte van 380 M2.
tegen een pachtsom van f 38,per jaar.
Bij raadsbesluit van 6 September 1920 werd aan de
N. V. Stoomwalsenbedrijf van H. Boesewinkel
een stuk grond verpacht aan de Havenstraat, ter grootte
van 438 M2., tegen een jaarlijksche pachtsom van f 87,60.
Bij raadsbesluit d.d. 18 October 1920 werd aan
J.Christiaans een terrein aan den Warnsveldschen-
weg verhuurd, ter grootte van 2717 M2., tegen een
huurprijs van f 85,per jaar.
In verband met het maken van een dam op den
Walraadshof tot waterkeering voor den Coehoornsingel,
moesten de pachters van dien grond het genot van
gebruik van een gedeelte van het door hen gepachte
35
missen en werd bij besluit van Burgermeester en
Wethouders d.d. 16 November 1920 de pacht even
redig verminderd en bepaald voor het Westelijk deel,
verpacht aan Mej B. Cuperus van f 14,—op
f 12,50 per jaar en het Oostelijk deel, verpacht aan
G. W. P r o s t, van f 11,op f 9,— per jaar.
Bij raadsbesluit van 13 December 1920 werd op
verzoek van A. G a r v e I i n k besloten de gronden
liggende tusschen Hoornwerk en Cabinetje, bij hem
in erfpacht, te splitsen en zijn recht op een gedeelte
van dien grond aan derden over te dragen.
Bij raadsbesluit van 21 December 1920 werd aan
H. J. Vlaswinkel te Warnsveld toestemming ver
leend tot splitsing in 15 perceelen van de aan hem in
erfpacht uitgegeven grond aan den Weg naar Laren.
De toestand der gemeente-landerijen over 1920 kan
over 't algemeen gunstig genoemd worden.
Het begin van het jaar kenmerkte zich door een
buitengewoon hoogen waterstand. Het water bereikte
op 4 Januari een stand van 8.58 M. -f N.A.P., daarna
daalde het binnen eenige dagen tot 7.09 M -j- N.A'P.,
begon daarna weder te rijzen, tot op 20 Januari de
hoogste stand van 8.73 M-f N.A.P. (8.86l/2M +N.A.P.),
zijnde 6.5 c.M. hooger dan de stand in 1883, bereikt
werd. Sedert 12 Februari 1850 is zoo'n hooge water
stand niet voorgekomen. De hoogste stand was toen
8.69 M. -f- N.A.P., eveneens bij open rivier. Alleen
in de jaren tusschen 1780 en 1820 zijn nog hoogere
standen bereikt, zelfs boven de 9 M., doch dit was
tengevolge van ijsgang en ijsverstoppingen der rivier.