Bijlage H.
2
H a r b a c h, eveneens met ingang van dien datum,
verzoek om ontslag bij den Raad indiende. Ook de
Heer W. de W i d t verzocht in den loop van liet
jaar ontslag. De Commissie verloor in deze leden
zeer gewaardeerde krachten, die zij met leedwezen
zag heengaan, en van welke de laatste twee reeds
van 1901 af leden der Commissie waren geweest. De
opengevallen plaatsen werden aangevuld door de be
noeming van Mevr. Gi es—Klein en de Heeren
P. F. Zuuring en E. J. Teerink. Na de over
plaatsing van den Heer Klaren als Hoofd van
School I naar School G was het zitting nemen van
het nieuwe Hoofd van School I voor de Commissie
een aanwinst, inzonderheid in verband met het betrek
kelijk vele verzuim aan die School.
Ook ten opzichte van het Schoolverzuim was 1920
merkwaardig. Kwam in vorige jaren gemiddeld 50 a
60 maal een kennisgeving in van den Heer Arron-
dissements-Schoolopziener, als bedoeld in art. 21 2
der Leerplichtwet, in het afgeloopen jaar daalde dit
getal tot 24. Deze 24 gevallen van Schoolverzuim
betroffen 23 maal relatief en 1 maal absoluut school
verzuim en waren als volgt over de scholen verdeeld:
14 van School I.
3 de Bijz. School Dav. Evekinkstr. 2.
2 de Katli. Jongensschool.
2 de Katli. Meisjesschool.
1 School F.
1 School E.
De andere scholen hadden blijkbaar evenals vorige
jaren geen ongeoorloofd verzuim.
Bijlage H.
3
Van de 24 opgeroepen ouders kwamen er 10 op,
zoodat er 14 niet aan de oproeping gehoor gaven.
Steeds werden de ouders met den meesten ernst op
hunne verplichting gewezen, hunne kinderen toch
trouw ter school te zenden, en bij niet-verschijnen
werden ze schriftelijk gewaarschuwd en bovendien
gewoonlijk nog door een lid der Commissie bezocht.
Was het aantal gevallen van Schoolverzuim in ver
gelijking met vorige jaren reeds bijzonder gering, na
2 September kwam er in 't geheel geen schrijven als
bovenbedoeld van den Heer Arrondissements School
opziener in. Als gevolg daarvan kon de Commissie
na 17 September niet meer vergaderen en bedroeg
het aantal harer zittingen slechts 10.
Aldus vastgesteld in de Vergadering der
Commissie van 28 Januari 1921.
De Secretaris
G. W. ORMEL.