2/2 Z/J Bijlage B. 32 artikel 49 der verordening op het bouwen en de bewoning in deze gemeente, waarbij het tonnenstelsel in bijzondere gevallen ter beoordeeling van Burgemeester en Wethouders zal worden toegestaan, doch als regel zal gelden, dat de privaten moeten zijn ingericht volgens het spoelstelsel (water-closets) en uitloopen op een volkomen waterdichten put, terwijl de afvloeiing van den vloeibaren inhoud van dien put geschieden moet naar een gemeenteriool en daar, waar een zoodanig riool niet aanwezig is, volgens nadere aanwijzing van Burgemeester en Wethouders. Het voorgestelde artikel bevatte verder uitgebreide be palingen omtrent de waterdichtheid en den aard der noodige leidingen, de grootte van den beerput en verdere voorschriften betreffende de onderdeden der inrichting. Terwijl dit ontwerp-voorstel nog bij de Commissie in behandeling was, ontving zij over hetzelfde onderwerp nog een nader schrijven van Burgemeester en Wethouders, waarin deze haar de vraag voorlegde of het voorschrijven van waterspoeling (water-closets) bij nader inzien wel noodig, of zelfs zoo algemeen genomen wel gewenscht is en of dus met behoud van het beerputstelsel de water closets, vooral met het oog op kostenbesparing, niet even goed te vervangen zijn door privaten met gewone valpijpen. Burgemeester en Wethouders voegden hieraan toe, dat hun het toepassen van het water-closetstelsel, voor andere dan de zeer beschaafde kringen, was ontraden, omdat het ruwe behandeling niet verdraagt en tot waterverspilling leidt. De Commissie benoemde in hare vergadering van 13 October eene sub commissie om haar over dit belangrijk onderwerp van advies te dienen. Uit het daarop door deze sub-commissie uitgebrachte verslag bleek, dat zij de Bijlage B. 33 voorgestelde wijziging het water-closetstelse! als regel voor te schrijven en het tonnenstelsel bij uitzondering toe te staan, toejuichte, als zijnde een maatregel in het belang der volksgezondheid, terwijl daardoor tevens het onhygië nische en stankverspreidende uit- en indragen der tonnen en het vervoer daarvan door de stad zeer zal worden beperkt. Ook de afvoer op het gemeenteriool op de wijze zooals het ontwerp-voorstel zulks aangeeft, ontmoet naar hare meening geene bedenking, om reden de hoeveelheid afge voerde faecaliën, in verhouding tot het huishoudwater (waarbij dan nog komt het regenwater, fabriekswater, enz.), slechts van geringe beteekenis is en de vervuiling van Berkel en IJssel tengevolge van de Ioozing der riolen op deze rivieren derhalve -- indien zij bestaan mocht niet van beteekenis zal vermeerderen. Na nog verdere opmerkingen over dit onderwerp te hebben gemaakt, voegde de sub-commissie ten slotte aan haar advies de mededeeling toe, dat zij zich niet kon ver eenigen met het voorstel van Burgemeester en Wethouders in hun nader hierboven vermeld schrijven opgenomen, daar naar hare meening de toepassing van het beerputsysteem zonder waterspoeling, slechts aanleiding zal geven tot ver vuiling en verstopping van de privaten en van de leiding van het privaat naar den beerput, terwijl op doorspoeling door het inwerpen van een emmer water in het algemeen niet veel mag worden gerekend. Wordt waterspoeling in sommige gevallen te kostbaar geacht dan meende de sub-commissie zelfs aan toepassing van het tonnenstelsel de voorkeur te moeten geven, boven een door het ontbreken dier spoeling onvolledig beerput-

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1920 | | pagina 108