-20Z- 2.03 Bijlage B. 22 en schadelijke dampen, hinderlijke trillingen, geraas, enz. en tot het voorstellen van zoodanige bepalingen, waardoor nadeel voor de volksgezondheid wordt voorkomen. Op het verzoekschrift tot het oprichten van een darmen- zouterij in de Barlheze, hierboven onder No. 30 genoemd, adviseerde de Commissie aan Burgemeester en Wethouders voor het oprichten van dergelijke inrichtingen in de be bouwde kom der gemeente geen vergunning meer te verleenen, maar die, vooral om den stank, welke zij in den zomer verspreiden, alleen toe te staan op voldoenden afstand van de bebouwde kom. Zooals in het vorig jaarverslag is vermeld, gaf de Com missie aan Burgemeester en Wethouders in overweging het verzoek tot oprichting van een luiidenzouterij aan de Zuiderhaven No. 6 niet te verleenen, waarop dit college op het verzoek afwijzend heeft beschikt. In den loop van dit jaar ontving de Commissie van Burgemeester en Wethouders afschrift van een Kon. Besluit dato 5 Juni 1920, waarbij, onder het opleggen van de hieronder vermelde voorwaarden, alsnog vergunning tot het oprichten van deze huidenzouterij was verleend. De voorwaarden luidden aldus 1° de vloer in de inrichting moet waterdicht zijn en eenigzins afhellen naar een waterdichten, van een stank afsluiter voorzienen put, waarin de wegvloeiende pekel wordt opgevangen deze put moet door middel van een waterdichte ondergrondsche leiding op het gemeenteriool zijn aangesloten 2°. de muren van het lokaal der huidenzouterij moeten Bijlage B. 23 ter hoogte van ten minste l'/2 M. boven den vloer met sterke portland cementspecie, ter dikte van tenminste 1 c.M. vlak en glad zijn afgepleisterd met ronde hoeken in de aansluitingen, zoowel van de wanden onderling, als van de aansluitingen van de wanden en den vloer. In de pleis terlaag moet een blauwe kleurstof worden gemengd 3°. het in den noordoostelijken muur aanwezige vaste lichtraam, alsmede de voor het bezetten met glas bestemde openingen in de deuren en het bovenlichtraam in den zuid westelijken muur, mogen niet beweegbaar zijn en moeten steeds volkomen glasdicht worden gehouden, terwijl be houdens het noodzakelijk in- en uitgaan, de deuren steeds gesloten moeten blijven. Alle genoemde ramen moeten van blauw of blauw ge maakt glas zijn voorzien 4°. bij voorkeur in den noordoostelijken en anders in den zuidwestelijken muur van het lokaal, .moeten bij voor keur zoo dicht mogelijk boven den vloer, ten minste 2 voor ventilatie dienende openingen worden aangebracht, ieder groot ten minste 0,40 X 0>40 M. en afgesloten door muisdichte roosters 5°. in de zoldering moeten op ten minste 4 M. uit den noordoostelijken gevel 2 ventilatie openingen worden aan gebracht, elk van niet kleiner diameter dan 40 c.M., waar boven ventilatiekokers met niet kleiner binnenwerksche doorsnede op te trekken tot ten minste 9 M. boven den vloer van het lokaal en af te dekken door middel van zuigkappen 6°. alle ventilatie-openingen moeten zijn voorzien van vliegengaas waarvan de mazen niet grooter mogen zijn dan ll/2 m.M. in het vierkant;

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1920 | | pagina 103