58 de bewerking van de bouwlanden ondervond hierdoor veel vertraging. De eerste helft der maand April kenmerkte zich door vrij goed weer, waardoor met de bewerking en be- zaa'mg der bouwlanden geregeld kon worden voort gegaan. De 2e helft dier maand, steeg het water andermaal, en bereikte op 20 April een hoogte van ö.OO M. N.A.P., met het gevolg, dat verscheidene akkers bezaaid met haver onderliepen, en de jonge haverplantjes voor het meerendeel verloren gingen. Ook op de weilanden had het water nadeeligen invloed het vee kon op de lage weilanden eerst tusschen 6 en 15 Mei worden ingeschaard. De maand Juni kenmerkte zich door koud en droog weer zeer nadeelig dus voor late haver, jonge voeder bieten en wortelen. Ook de kool kon daardoor voor het meerendeel laat geplant worden. De waterstand in den IJssel bleef bijna den geheelen zomer vrijwel op normaal peil. De stoommachine be hoefde dan ook maar 2 dagen in werking te worden gesteld voor bemaling van de uiterwaarden. In de maanden September, October en begin November was de waterstand bijzonder laag, en bleef enkele weken zelfs beneden 3 M -|- N.A.P. De vroeg invallende vorst en de sneeuwval in het laatst van October en begin November hebben aan de nog te veld staande najaarsgewassen aanmerkelijke schade toegebracht. In verband met het eindigen van den oorlogstoestand werd de handel in landbouwproducten weer vrij, de 59 maximumprijzen voor landbouwgewassen werden op geheven evenals het hooibureau. Het hooigras werd dit jaar weer publiek verkocht. De opbrengst bedroeg met inbegrip van de naweiden en het aan de gemeentereiniging verpachte hooiland f 66559,— tegen f 53163,50 in 1918 terwijl er dit jaar 13 H.A. minder hooiland was. De opbrengst van de op gescheurden grond ver bouwde haver bedroeg dit jaar f 4505,waarvan voor f 3948,— ten behoeve der paarden van de ge- meentereiniging werd afgeleverd. Het strooisel en riet gewas bracht f 6508,50 op tegen f Ti45 in 1918. Het bloothooi bracht f 98,50 op, terwijl het grasgewas langs de wegen met inbegrip van perceelen gras en hooiland op de uiterwaarden, en tusschen de kribben langs den IJssel tegen Helbergen" verpacht werden voor f 1573,10. De totale opbrengst van het hooigras, de naweiden, het strooisel en rietgewas, het grasgewas tusschen de kribben, langs de wegen en van enkele perceelen op de uiterwaarden, alsmede van de haver, bedroeg dit jaar f 79244,40 tegen f 63609,30 in 1918. Aangezien dit jaar meer vraag was voor koeweiden, werd daarvoor ruim 15 H.A. hooiland meer beschikbaar gesteld dan het vorige jaar. De koeweiden werden in tegenstelling van vorige jaren, in plaats van publiek, thans ondershands verpacht tegen een vastgestelde som. De prijs voor de koe weiden op het „Helbergen", het Marschleger en Stoven, en het „Weerdslag" was bepaald op f 95, per schaar,, en voor de Varkensweide met Batterij en Weezenrooi op f 85,— per schaar. 61 waarden werden alzoo

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1919 | | pagina 31