Bijlage V.
6
Op denzelfden datum werd de toestand van den
Voorsterdijk nagegaan. Deze zou reeds voor een deel
tusschen de steenfabriek het hoendernest en het Gelder-
sche Hoofd zijn overstroomd, zoo niet het personeel
dier fabriek dammen had gelegd. Vanaf het Oeldersche
„Hoofd", tot de boerderij de „Wellenberg", lag de
dijk vrijwel gelijk van hoogte. Tusschen de „Wellen-
berg" en de boerderij de „Moespot" lag de dijk onge
lijk, en op enkele plaatsen begon het water er over
te loopen. Benoorden de Moespot, waar de dijk om
buigt in Westelijke richting tot aan t het dorp Voorst
ligt deze lager, zoodat over een lengte van 2000 M.
een geregelde overstrooming plaats had, en de Voorster-
kleipolder langzaam begon te inundeeren, liet het
zich aanzien dat ook de gronden op den Overmarsch
zouden onderloopen.
De schotbalken in den Emperduiker waren reeds
bij een waterstand van 7.85 M. N.A.P. ingelaten,
en bewezen goede diensten, zoodat de ten Zuiden en
Westen gelegen landerijen alsmede de buurtschappen
Empe, Tonden en Voorstonden vrij bleven van water.
In den nacht van 2 op 3 Januari waren zeer waar
schijnlijk de duikers in den Voorsterdijk opengezet,
want 's morgens op 3 Januari stroomde het water met
buitengewone snelheid over de spoorwegbrug over den
Ouden IJsselde Spoorsloten langs den spoorweg be
gonnen over te loopen, zoodat de landerijen des na
middags geheel waren geinundeerddes namiddags
kwam het water reeds tegen den berm van den straat
weg te staan. De straatweg ligt, op enkele lage gedeelten
na, op 8.10 M. -)- N.A.P., zoodat deze het water nog
Bijlage V.
7
keerde, behalve op een laag punt bij de Meeuwen-
berg, waar men reeds 's morgens van wege de gemeente
Brummen was begonnen een dam op te werpen.
Hoewel men veronderstelde dat het overige gedeelte
van den weg hoog genoeg lag om het water te keeren,
bleek dit niet het geval te zijn, en men toch tot het
opwerpen van dammen moest overgaan. De grond
daarvoor werd verkregen uit den zuidelijken berm
van den weg, waartoe de Directie van den Waterstaat
vergunning had verleend.
Op 3 Januari des avonds om 9 uur werd daarmede
begonnen met ongeveer 200 werklieden, terwijl door
belanghebbende bewoners uit Empe, Tonden en Voor
stonden met ruim 100 werklieden het gedeelte van af
de Emperduiker tot het bouwland van de Centaurea
dammen werden opgeworpen. Met vereende krachten
werd er aan gewerkt en 's nachts om 3 uur was het
gereed. De gezamenlijke lengte van de opgeworpen
dammen bedroeg ruim 3000 M. Op 4 Januari weiden
de dammen opnieuw versterkt, verhoogd en bewaakt.
Ten gevolge van den sterken Oostenwind en golf
slag hadden de dammen achter de steenfabriek het
Hoendernest het hard te verantwoorden Op verzoek
van den eigenaar, den heer M e ij j e s, werd van
gemeentewege hulp verleend, om de dammen te ver
sterken. Met vereende krachten slaagde men er in het
water te keeren, door opkisting der dammen, waarbij
de betrokken ingenieur van den Waterstaat krachtig
hulp verleende.
Door c!eze dammen staande te houden, kreeg men
ruim 20 c M. minder water tegen de dammen langs