Bijlage S. 6 Nog werden, mede in verband met de opheffing van de functie van torenwachter, en overeenkomstig art. 22 van het brandweerreglement, bij besluit van Burgemeester en Wethouders van 20 Juni 1919, nieuwe voorschriften vastgesteld voor de alarmeering bij brand. Aan het Bestuur van de Buitensociëteit werd ver zocht in bijzijn van den Brandraad een beproeving te doen houden met de aanwezige bluschmiddelen. Het materiaal bleek nog in voldoenden toestand te ver- keeren. Alleen werd aanwijzing gegeven tot het aan brengen van los-vaste kasten ter bescherming van het materieel, ten einde te voorkomen, dat dit door bal dadige handen in het ongereede kan worden gebracht. Ten slotte werd op voorstel van den Brandraad door Burgemeester en Wethouders besloten de aanjagers op de Boompjeswal en aan den Weg naar Laren te doen opruimen en den aanjager op den Kanonsdijk in de Hoven zoodanig te doen herstellen dat deze weer volop watergevend, voor het gebruik gereed worde gemaakt. In het afgeloopen jaar werd een proef genomen in hoever de mogelijkheid bestaat, ingeval van brand op het meest ongelegen punt, toch van de motorspuit ge bruik te kunnen maken. Hiertoe werd de bak tot berging van gereedschap, op den motor aanwezig, bij wijze van reservoir, met water uit het buizennet van de waterleiding gevuld en gevoed, terwijl de motor uit dezen bak het noodige water opzoog en wegperste. De proef voldeed uitstekend. Toch blijve men dit slechts beschouwen als een hulpmiddel, ten einde in geval van nood, b.v. op de Markt bij het Volkshuis, of aan het eind van de bebouwing aan den Deventer- Bijlage S. 7 weg, zoo vlug mogelijk zich een krachtigen waterstraal te verzekeren. Uit den aard der zaak blijft de motor spuit aangewezen op het onttrekken van water uit rivieren of grachten. De schouw over het materieel en de oefening van het personeel gaven geen aanleiding tot bijzondere opmerkingen. Branden. Het jaar 1919 kenmerkte zich door een groot aantal schoorsteenbranden. In onderstaand overzicht zijn niet opgenomen die schoorsteenbranden, die werden ge- bluscht door een door particulieren ontboden schoor steenveger, door huisgenoofen of buren Alleen werden opgenomen die branden, waarvan onmiddellijk kennis werd gegeven aan de Politie en de brandweer. Twee uitslaande branden werden gealarmeerd, en wel een bij den stalhouder van H e m e r t in de Halterstraat op 23 November 's n m. 8l/.; uur, en een in de wasscherij van den Heer B a r i n k aan den Vliegendijk op 29 December 's v.m. 6 uur. Beide branden kunnen onder een omschrijving worden ge bracht, wijl van beide kan worden vermeld, dat zij kort duurden, doch fel brandden. Het perceel Halter straat diende behalve tot berging van rijtuigen, ook tot bergplaats van den wintervoorraad, stroo en hooi. Zich ernstig latende aanzien, en met het oog op den aanwakkerenden wind gevaarlijk voor de omgeving, was deze brand betrekkelijk vlug gebluscht. Te bejam meren is het, dat bij den brand 4 paarden, gestald

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1919 | | pagina 286