Bijlage N.
6
1 timmerman en
1 werkman tevens belast met liet drijven van den
motor.
Het incompleet aan werkkrachten werd aangevuld
met 8 man los personeel, terwijl bovendien voor het
verrichten van die werkzaamheden, waarvoor geen
volle werkkracht is benoodigd, één jeugdig werkman
in dienst is.
Werkliedenreglenient.
De navolgende, onder de bepalingen van het werk-,
liedenreglement vallende werklieden zijn thans in dienst
27 werklieden in vasten dienst,
4 tijdelijken dienst,
1 jeugdig werkman.
Gestraft werd in het afgeloopen jaar slechts één
maal met een schriftelijke berisping een werkman,
wegens minder zorgzame behandeling van gemeente-
materieel.
Aan uitkeeringen ingevolge de bepalingen van het
werkliedenreglement, werd een bedrag betaald van
f 1382,61, te weten:
voor verlofdagen f 530,SO1/».
genoten verlof wegens familie
omstandigheden - 32,58.
ziekte en ongevallen - 819,72'/2.
Kleeding.
Ofschoon voor het jaar 1919 bijna het dubbele
Bijlage N.
7
bedrag aan kleedinggeld werd geraamd van vorige
jaren, kon aan het personeel slechts 1 blauw pak, 2
linnen slooven en 1 zomerpet worden uitgereikt. Ter
bevordering van eene behoorlijke verschooning is het
echter gewenscht, dat de werkman bekome 2 blauwe
pakken, 3 slooven, 1 winter- en 1 zomerpet, gelijk
hem in voorgaande jaren ook werd uitgereikt.
In de jaren 1914 en 1916 werden ook jekkers ver
strekt. Deze verstrekking kon geschieden in de plaats
van b.v. een blauw pak.
Voor een blauw pak werd toen betaald f 3,65 en
voor een jekker f 4,13.
Inrichtingen.
Het onderhoud van alles wat tot de opslagplaats
behoort, werd tot het noodzakelijkste beperkt, zonder
hierbij te vervallen in te groote zuinigheid die tot
spoedig verval zou kunnen leiden. De toestand van
de oude gebouwen is van dien aard dat hieraan niet
veel gelden mogen worden besteed, temeer waar een
eventueele verplaatsing van de opslagplaats naar een
meer buiten het bebouwde stadsgedeelte gelegen ter
rein, sedert jaren een punt van overweging uitmaakt.
Toch moest tot het doen van eenige herstellingen
worden overgegaan, als het vervangen van den geheel
verbrijzelden betonnen vloer van de tonnenspoelplaats.
Deze vloer, door het aanhoudend stooten met de
zware voetringen van de privaattonnen zoodanig be
schadigd, dat het vloeibare stortvuil en het morswater
niet meer werd afgevoerd, werd vervangen door een
o