Bijlage L.
32
eele doeleinden of ten behoeve van
openbare gebouwen f 0,20 per M3.
A. In Zutphen voor gas over muntgasmeters f 0,01
per M3. meer, dan voor het gas
over de gewone meters. Bij een
verbruik boven 300 M3. per jaar
gelden gelijke prijzen.
B. In Warnsveld als in Zutphen, verhoogd met U/2
cent per M3.
Behalve de toeslag ad f 0,75 per H.L. van de Brand
stoffen-Commissie en van f 0,75 per H.L. (alleen voor
huisbrand) van de Rijkskolendistributie, bedroegen de
cokesprijzen op 1 Januari 1919 per H.L.
a. Voor de Gemeentegebouwen f 2,20 per H.L. inclu
sief bezorgen (zonder toeslag van de Brandstoffen-
commissie)
b. Voor particulieren f 1,25 per H.L., afgehaald van
de fabriek. Voor bezorgloon werd f 0,20 per H.L. in
rekening gebracht.
Bij aanschrijving van de Rijks-Kolendistributie van
28 April 1919, Afd. B No. 20, werd meegedeeld, dat
vanaf 1 April 1919 de cokes zal worden afge
nomen door de Brandstoffen-Commissie ad f 2,50 per
per H.L. Wordt de cokes voor huisbrand afgenomen
dan zal de prijs aan de B. C. te berekenen f 1,75
bedragen, terwijl het verschil ad f 0,75 per H.L. door
het Centraal Verrekenkantoor voor Brandstoffen zal
worden vergoed.
Vanaf 1 April 1919 bedroegen de cokesprijzen
alzoo
a. Voor de Gemeentegebouwen f 1,75 per H.L.
Bijlage L.
33
b. Voor particulieren f 1,75 per H.L. met f 0,20 per
H.L. verhooging voor bezorgloon.
In 1919 werd voor toeslag op den prijs ontvangen
Van het Centr. Verrekenkantoor voor Brandstoffen
f 12794,371/2-
Van de Brandstoffen-Commissie te Zutphen - 2480,62'
X. Finantieele resultaten.
Evenals in het vorig jaar werd ook dit jaar door de
Gemeente een voorschot verstrekt tot dekking van de
kosten van den aankoop van gaskolen boven f 27,
per ton.
In tegenstelling met de boekingswijze van het vorig
jaar, toen de zuivere opbrengst van dit voorschot in
het credit van de rekening „Steenkolen" werd geboekt,
werd nu dit bedrag alsmede het bedrag van de af
lossing op het voorschot van 1918, geboekt op de
Winst- en Verliesrekening. Hierdoor wordt de zuivere
kostprijs van het gas niet meer, zooals in 1918, te
laag aangegeven. Een en ander is oorzaak, dat oogen-
schijnlijk de kostprijs van het gas meer is dan die in
1918; in werkelijkheid is dit geweest f 21,83 tegen
f 22.55 per 1000 M3. in 1918. Ondanks de hoogere
kolenprijzen, werkloonen enz. was deze prijs dus
minder, wat gezocht moet worden in de meerdere
gasaflevering en het grootere rendement tengevolge
van betere gaskolen.
Het voorschot van de Gemeente voor de kolenprijs
boven f 27,per ton bedroeg over 1919 na aftrek
van de verplichte aflossing ad 40 f SI,573,94,