100
Van de gelegenheid tot het bij de Gemeente in
voortdurend onderhoud geven van graven, werd als
volgt gebruik gemaakt
Bij besluit van Burgemeester en Wethouders van
16 Maart 1918, werd het graf No. 361, Ilde klasse, in
onderhoud genomen voor f 2,50 per jaar
bij besluit van Burgemeester en Wethouders van
24 Mei 1918, werd door de Gemeente het onderhoud
op zich genomen van graf No. 349 in de Ilde klasse,
tegen een vergoeding van f 2,50 per jaar
bij besluit van Burgemeester en Wethouders van
4 Juni 1918 werd het graf No. 170 in de 1ste klasse
in onderhoud genomen tegen betaling van f 4,—
per jaar
bij besluit van Burgemeester en Wethouders van
7 Mei 1918 nam de Gemeente het onderhoud op
zich van graf No. 37 in de Iste klasse, tegen een
jaarlijksche betaling van f 4,—
bij besluit van Burgemeester en Wethouders van
6 Augustus 1918 werd het graf No. 91 in de Ilde
klasse door de Gemeente in onderhoud genomen
tegen eene vergoeding van f 2,50 per jaar
bij besluit van Burgemeester en Wethouders van 9
Augustus 1918 werd de grafkelder No. 489/490 in de
Iste klasse door de gemeente in onderhoud genomen
tegen betaling van f 8,— per jaar;
bij besluit van Burgemeester en Wethouders van
6 September 1918, werd het graf No. 747 in de Ilde
klasse in onderhoud genomen tegen eene vergoeding
van f 2,50 per jaar
bij Raadsbesluit van 7 October 1918 werd besloten
101
tot aanvaarding van een legaat groot f 1500,—, onder
verplichting tot onderhoud van de graven Nos. 596 en
597 in de Ilde klasse van wijlen Ph. H. Fiedeldy
Dop;
bij besluit van Burgemeester en Wethouders van
19 November 19IS, werd het graf No. 629 in de Ilde
klasse in onderhoud genomen tegen eene vergoeding
van f 2,50 per jaar.
Brandwezen.
In het brandweer-materiaal kwam gedurende het
afgeloopen jaar geen verandering. Omtrent personeel
en materiaal wordt verwezen naar het verslag van den
Brandraad. (Bijlage S.)
Werkliedenreglement.
Bij Raadsbesluit van 8 April 1918, werden de loonen
van de gemeentewerklieden verhoogd, het aanvangs-
loon in de eerste, loonklasse werd gebracht van
f 10,80 op f 12,42.
Bij Raadsbesluit van 9 December 1918 werden de
loonen nogmaals herzien en werd het aanvangslooti
gebracht van f 12,42 op f 15,66, ingaande 1 Januari 1919.
Bij Raadsbesluit van 1 Juli 1918 werd het reglement
voor losse werklieden vastgesteld.