54
op de hooilanden was het droge, koude weer van
grooten invloed.
De opbrengst, voornamelijk van de lage gronden,
was dan ook minder dan het vorige jaar.
De waterstand in den IJssel bleef bijna den geheelen
zomer vrijwel op normaal peil, zoodat de stoommachine
niet in werking behoefde te worden gesteld. Evenals
het vorige jaar was wegens gebrek aan benzine een
locomobiel gehuurd, om zoonoodig, het overtollige
water van de uiterwaarden te kunnen pompen.
Tengevolge van de groote schaarschte aan hooi en
ander veevoeder werd van Regeeringswege een Rijks-
hooibureau ingesteld en plaatselijk een hooigras-com-
missie ter voorkoming van het buitensporig hoog
opvoeren der hooigrasprijzen op publieke verkoopin-
gen, waardoor kleine en niet kapitaalkrachtige land
bouwers niet in de gelegenheid zouden zijn het
benoodigde hooigras te koopen. De maximumprijs,
van regeeringswege vastgesteld, bedroeg voor eerste
soort hooi op stam 80 gulden per 1000 K.G., waarin
de kosten van maaien, hooien en vervoeren niet waren
begrepen. De hooigras-commissie te Zutphen wilde
van eene publieke verkooping van hooigras niet
weten, maar wenschte het te zien toegewezen, echter
uitsluitend aan Zutphensche ingezetenen. Een conferentie
van genoemde commissie met Burgemeester en Wet
houders had tot gevolg, dat het hooigras dat wegens
de vastgestelde maximumprijzen niet publiek verkocht
kon worden, toegewezen werd aan Zutphensche
ingezetenen en aan landbouwers buiten de gemeente,
voorzoover zij de laatste 3 jaren geregeld het hooigras
55
van de gemeente hadden betrokken. Alvorens tot
verdeeling en toewijzing te kunnen overgaan werd
met behulp der landbouwafdeelingen het aantal stuks
vee opgenomen en eene commissie van 3 leden
benoemd om het hooigras op stam te taxeeren en den
prijs ervan vast te stellen.
De opbrengst van het hooigras bedroeg dit jaar
f 38716 -, van de naweiden f13519-, te zamen
f 52235,— de 2e snede bracht op f 928,50, d.i. totaal
f 53163,50 tegen f 479S3,— in 1917.
De opbrengst van de op gescheurde grond ver
bouwde haver bedroeg dit jaar f 320,
De opbrengst van strooisel en rietgewas beliep
f 7745,tegen f 5848,van dezelfde perceelen
in 1917. 1
Het bloothooi bracht f 136,80 op, terwijl het gras
gewas langs de wegen, met inbegrip van eemge
perceelen hooiland op de uiterwaarden en van de
grasgronden tusschen de kribben langs den IJssel
'tegen het Helbergen verpacht werden voor f 2244,—,
tegen f 1416,25 voor dezelfde perceelen in het vorig jaar.
De totale opbrengst van het hooigras, de naweiden,
het strooisel en rietgewas, het grasgewas langs de
buitenwegen, alsmede enkele graslanden op de uiter
waarden en tusschen de kribben, alsook van de
haver, bedroeg dit jaar f 63609,30 tegen f 55267,25
in 1917; een aanmerkelijk hoogere opbrengst dus.
De opbrengst van 38 koeweiden op het Helbergen
en 16 op de Varkensweide en Bedekte weg bedroeg
dit jaar f 4109,— tegen f 320S,— van dezelfde koe
weiden in 1917.