Bijlage Q.
2
daartoe in liet werk gestelde pogingen, de aanmelding
van leerlingen bij liet Corps zoo uiterst gering blijft.
Niet onwaarschijnlijk moet de oorzaak hiervan gezocht
worden in den verkeerden na-ijver van de verschillende
muziekcorpsen en derzelver leden hier ter plaatse,
bizonderlijk ten opzichte van het Stedelijk Muziekcorps,
zoodat hetzelve, tengevolge van de verwekte animositeit,
van leerlingen zoo goed als verstoken blijft, zeer ten
nadeele intusschen van dit sluk muziekleven hier en
van het muziekgenot dat het Stedelijke den gemeente
naren te bicden beoogt.
Op welke wijze deze ongewenschte toestand in de
toekomst zal kunnen worden tegengegaan, zal in
gezette overweging moeten worden genomen. Even
zeer zal dit moeten geschieden teneinde te ontkomen
aan het telkenjare weer moeten engageeren van hulp
krachten voor de bezetting van eerste partijen ten
behoeve van de te geven concerten, aangezien deze
omstandigheid meer en meer drukkend wordt voor het
Corps door de financiëele lasten welke door een en
ander aan hetzelve worden opgelegd. Hiertoe zullen
meerdere krachten uit de gemeente zelve het Corps
toegevoerd moeten worden.
De Commissie hoopt t. z. t. niet te behoeven terug
schrikken voor de hieraan vastzittende consequenties.
Gedurende het Zomerseizoen 1918 heeft het Corps
de voorgeschreven 16 Openbare Concerten alle ge
geven t.w. 9 in den tuin der Buiten-Societeit en 7 op
den Boompjeswal. De Zondagavondconcerten in de
Buiten-Societeit trokken ook in dit jaar een zeer bevre
digend aantal betalende bezoekers.
Bijlage Q.
3
De op den Boompjeswal gegeven muziek-uitvoe-
ringen kwamen (komen) geenszins tot hun recht,
bizonderlijk door de ongeschiktheid van de tent en
de slecht gekozen plaats van dezelve aldaar.
Door het Bestuur der Buiten-Societeit werd het Corps
geëngageerd voor 6 concerten. De bezoekers leden
der Buiten-Societeit toonden zich opzichtens het gehalte
dezer concerten zeer voldaan.
De bibliotheek werd op het eind des jaars verrijkt
met enkele nieuwe muzieknummers, waarmee bereids
het repertoire voor 1919 is aangevuld kunnen worden.
De verhouding der Corps-leden onderling en tegen
over den Directeur en de Commissie was over het
algemeen goed te noemen. De musici hebben zich met
veel ijver van hun taak gekweten. Teneinde dezen ijver
niet te doen verflauwen, zal naar het oordeel der
Commissie niet ontkomen kunnen worden aan verhoo
ging der vergoedingen voor de Corpsleden alsmede
van het Directeurssalaris als gevolg van den
uitermate gestegen levensstandaard.
Ten benefice der Corps-leden werden twee Openbare
Balavonden gegeven in de Buiten-Societeit.
De pauken, destijds ter verlichting der financiëele
zorgen door den Heer E n g e 1 s m a overgenomen en
toen door dezen in bruikleen gegeven, konden in
1918 door zijne zeer loyale medewerking weder aan
den inventaris van het Corps worden toegevoegd.
Tot grooten spijt der Commissie kon in 1918 nog
niet worden overgegaan tot den bouw eener nieuwe
Muziektent. Zij blijft echter ten dezen opzichte bij
voortduring diligent.