Bijlage J. 4 Veevoederonderzoek en het instituut van Landbouw werktuigen en -gebouwen te Wageningen, een paar veehouders te Brummen, het stoomgemaal te Wapen veld, eenige boerderijen te Wijhe, de premiekeuring voor hengsten te Eist, de militaire paardenstallen en de magazijnen voor landbouwwerktuigen te Zutphen. Een excursie naar Limburg wordt voorbereid. De gebouwen, het meubilair en de leermiddelen verkeeren in goeden staat. Behoefte aan meer ruimte doet zich meer en meer gevoelen. STAAT, aangevende de richting, die de oud-leerlingen gevolgd hebben, na volbracht eind-examen. 125 oud-leerlingen zijn werkzaam in het ouderlijke landbouwbedrijf. 35 n zijn gegaan naar de Nederlandsche Heidemaatschappij. 2 zoons van niet-landbouwers, ont wikkelden zich verder practisch. 6 zijn werkzaam op een kweekerij. 11 n zijn werkzaam in het zuivelbedrijf. 2 beheeren een eigen landbouwbedrijf. 4 zijn werkzaam op een plantage in Oost-Indië. 3 zijn werkzaam op een boerderij in Amerika. 4 zijn bedrijfsboer. 1 oud-leerling is opzichter op een ontginnings boerderij. Bijlage J. 5 1 oud-leerling is werkzaam op een plantage in West-lndië. 2 oud-leerlingen zijn werkzaam in een handelszaak in landbouw-werktuigen. 1 oud-leerling is werkzaam op een boerderij in Zuid-Afrika. 1 is werkzaam op een groot landgoed in Duitschland. 1 n is werkzaam als controleur van zaaizaden en pootgoed. Van 8 oud-leerlingen is de bestemmtng onbekend. Eenigen waren tijdelijk werkzaam als controleur van de Cultuur-commissie. De Commissie zal het op prijs stellen de adressen en den tegenwoordigen werkkring der oud-leerlingen te mogen weten en verzoekt hiervan spoedig mede- deeling aan den Directeur der school. De Commissie van Toezicht op de Rijkslandbouw- wintcrschool te Zutphen, H. A. HUENDER, Voorzitter. W. J. LUGARD, Secretaris. ZUTPHEN, Mei 1919.

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1918 | | pagina 189